Ons huismusje in de problemen

Leestijd: 3 minuten
[responsivevoice_button voice=”Dutch Female” buttontext=”Lees voor”] -ZWOLLE- (ADN/RED) Er zijn veel minder huismussen dan twintig jaar geleden. Hoe kan dat toch? Drie vragen en antwoorden over dit wellicht meest bekende vogeltje in ons land.

1. Wat is er met de huismus aan de hand? 

In ons land broeden naar schatting tussen de zeshonderdduizend en een miljoen paar huismussen. Dat zijn er heel veel: de huismus was jarenlang de meest algemene broedvogel van ons land. Toch staat het sinds enkele jaren op de Rode Lijst. Dat komt omdat het aantal huismussen fors achteruitgaat. Lees verder onder de foto>

Het musje houdt van mensen

Sinds de jaren zeventig is het aantal huismussen gehalveerd. Maar verdwijnt de huismus dan binnenkort helemaal? Nou nee, dat ook weer niet. Het is nog steeds een algemene vogel en ook al wordt hij minder geteld, uit de cijfers van Sovon blijkt dat het aantal de afgelopen jaren min of meer stabiel is.

2. Is de huismus niet de enige mussensoort? Wie is nu wie en hoe herkent U ze?

Huismussen en ringmussen zijn allebei echte mussen. De heggenmus is een heel andere vogel. Huismussen herken je aan het typische mussengetjilp. Zij zitten bijna altijd in groepen en U herkent ze aan hun kenmerkende verenkleed: de mannetjes hebben een grijs petje, lichtgrijze wangen en veel strepen. Zij hebben een zwarte bef en dominante mannetjes hebben meer zwart dan minder dominante. Huismusvrouwtjes zijn bruin gestreept.

De ringmus ziet er wat netter en chiquer uit met mooie witte wangen en een mooie roodbruine kap. Op de wang zit een zwarte vlek, de ring. Het uiterlijk van mannetjes en vrouwtjes bij ringmussen is gelijk. Ringmussen zijn geen stadsbeesten, U vindt ze meer op het platteland.

Een waterbakje in de tuin. De mus zal U er dankbaar voor zijn.

Heggenmussen zijn totaal andere beesten: het zijn insecteneters met een fijn snaveltje. Huismussen zijn daarentegen zaadeters met een stevige, dikke snavel. Heggenmussen zijn bruin gestreept, net als de huismussen, maar zij hebben een blauwgrijze kop en het zijn geen groepsdieren. Zij beginnen al heel vroeg in het voorjaar te zingen en zij hebben een heel typisch, hoog liedje.

 

3. Waarom heb ik geen huismussen in mijn tuin?

Misschien woont U op de verkeerde plek of in de verkeerde buurt. Huismussen zitten het meest in wat oudere stadswijken met veel groen. In nieuwbouwwijken zijn zij veel minder algemeen of zij ontbreken er zelfs. De oorzaak: in een modern geïsoleerd huis is geen broedgelegenheid voor de mussen. Op het platteland zult U ze ook niet vaak zien en mussen houden ook niet van een bosrijke omgeving. Dus vooral in dorpen en steden met veel groen en rommelhoekjes zult u de musjes aantreffen. Daar houden mussen van. Een andere reden voor het wegblijven van mussen (en andere vogels) heeft als oorzaak ‘de betegelde tuin’. Wanneer de tuin bijna volledig betegeld is valt er voor de dieren weinig voedsel te vinden, tenzij u dagelijks (restjes) voedsel strooit. Vergeet vooral ook niet struikgewas aan te planten, een conifeer, appelboompje of klimop, ze zijn er gek op!