- Freelance journalist en IPS-reporter Eduard Cousin duikt in de recente geschiedenis van Alexandrië
- Hij vraagt zich af of de stad niet meer is dan enkel een plek in verval
-Amsterdam- “Alexandrië leeft in de schaduw van haar verleden”, schrijft Eduard Cousin die als journalist tien jaar lang in de Egyptische hoofdstad Caïro heeft gewoond. Om het lawaai van die stad te ontvluchten, trok hij geregeld naar Alexandrië, een stad met een kosmopolitisch verleden en een plek van verbinding voor handelaren en reizigers uit alle windrichtingen. “Die rol kan zij niet meer vervullen, en dat wordt sinds 7 oktober 2023 steeds pijnlijk duidelijker.”
Gedurende het decennium (2013-2024) dat ik in Caïro heb gewoond waren bezoeken aan Alexandrië een ankerpunt. De eerste jaren, midden in de bloedige nasleep van de revolutie van 2011, zijn zwaar geweest. De dagelijkse realiteit in Caïro was anders dan die in de West-Europese wereld waar ik me tot dan toe in had begeven. Ook miste ik in Caïro een bepaald soort verbondenheid, een gedeeld verhaal, met de wereld die ik kende. Deze verbondenheid vond ik terug in Alexandrië, de stad van Alexander de Grote, Cleopatra, de vuurtoren en de bibliotheek. Lees verder onder de afbeelding>
“Alexandrie, encore et toujours.” De titel van een film van de Alexandrijnse regisseur Youssef Chahin omschrijft mijn gevoel bij deze stad misschien nog het best. Het is thuiskomen op een plek die niet thuis is in de werkelijke zin van het woord, maar op een meer abstracte manier, in evenwicht met waar ik vandaan kom en waar ik heen ga.
Alexandrië ligt zo’n 200 kilometer ten noordwesten van Caïro, een kleine drie uur met de trein. Vanuit de stoffige, vervuilde en lawaaierige hoofdstad geeft de frisse zeewind in Alexandrië al bij aankomst in het station het gevoel dat je in een andere wereld binnen stapt. Een kleine wandeling door de oude stad, en dan doemt de Middellandse Zee op. Dáár, kijkend over de baai van Alexandrië met op de kop het Ottomaanse Fort Qaitbay – waar ooit de vuurtoren stond – kon ik thuis aanraken.
Stad in verval
Het willen begrijpen en uitdiepen van dit gevoel was het startpunt van een onderzoek naar de recente historie van Alexandrië. Honderd jaar geleden was Alexandrië nog een bruisende havenstad en culturele hoofdstad waar Grieken, Italianen en Joden naast Belgen, Levantijnen en Armenen samenleefden. Toen de Egyptische kolonel en later president Gamal Abdel Nasser in 1952 een einde maakte aan het kolonialisme in Egypte, kwam er ook een einde aan de prominente status van de stad. Buitenlanders trokken weg en Alexandrië raakte in verval. De Britste schrijver Lawrence Durrell, bekend van het Alexandriëkwartet (1957), woonde in de jaren ’40 in Alexandrië en schreef toen hij jaren later terugkeerde: “De stad is wederom gezonken in vergetelheid. Het moet we worden vergeven dat ik de huidige stad ondraaglijk deprimerend vind.”
Het schrille contrast in de literatuur over Alexandrië tussen de lyrische beschrijvingen van het kosmopolitische verleden en de afkeurende oordelen over de huidige “Arabische” stad, maakte me ongemakkelijk. Al was de stad onherkenbaar veranderd, wie zou ik dan zijn, als westerse bezoeker, om te bepalen of het vroeger beter was?
Gedurende drie jaar bezocht ik de stad regelmatig, vaak per trein, soms per microbus of auto. De Alexandrijnse artiesten, kunstenaars, intellectuelen en activisten die ik ontmoette, waren zich goed bewust van de problemen zoals het verval, verlies van erfgoed, gebrek aan kansen en politieke repressie. Toch spraken ze vol liefde en trots over hun stad, die volgens de bewoners zijn gelijke niet kent in de wereld. Allen droegen ze op hun manier bij om een bepaalde glorie van de stad in stand te houden.
Architect Mohamed Gohar maakt schetsen van oude koloniale panden in Alexandrië met daarbij korte verhalen over de huidige bewoners. Hij laat zien hoe ‘nieuwe Alexandrijnen’ zich deze ‘oude structuren’, die ooit bedoeld waren voor Europeanen, hebben eigen gemaakt en daarmee een symbiose tot stand brengen tussen oud en nieuw, tussen Europa en Egypte. Vertaler en dichter Abdelrehim Yousef vertaalt westerse wetenschappelijke literatuur over het koloniale verleden van de stad naar het Egyptische dialect, waarmee het toegankelijk wordt voor een breed publiek van huidige Alexandrijnen. Lees verder onder de afbeelding>
Op zoek naar een nieuw verhaal
Het is een bewonderenswaardige, maar ondankbare taak. Het verheerlijkte koloniale verleden hangt als een molensteen om de nek van de stad. Alexandrijnen zwelgen in nostalgie voor iets wat nooit echt heeft bestaan. De 21e eeuwse stad kan zich onmogelijk meten aan dit geïdealiseerde beeld en zal altijd ‘minder’ zijn. Dat biedt geen handvatten om de uitdagingen van nu aan te gaan. Het is tijd voor een nieuw verhaal.
De zoektocht naar zo’n nieuw verhaal past in een langer proces van ‘intellectuele’ dekolonisatie, dat in de jaren ’40 en ’50 is begonnen maar nooit is voltooid. Het is een proces waarin gezocht moet worden naar een nieuwe identiteit, een nieuwe staat van zijn in een postkoloniale wereldorde, die nog altijd wordt gedomineerd door de oude – en nieuwe – koloniale machten.
Er wringt nog iets in de analyses van Alexandrië: het verval wordt toegeschreven aan de Arabieren, die van een bruisende, liberale, moderne en ‘Europese stad’ een vieze, disfunctionele, conservatieve en naar binnen gekeerde stad zouden hebben gemaakt. Los van het culturele determinisme, om niet te zeggen racisme, waar deze analyse mee is doorspekt, worden zaken zoals macro-economische systemen en mondiale machtsverhoudingen genegeerd.
Er wordt vergeten dat Egypte sinds het presidentschap van Anwar El-Sadat (1970-1981) stevig in het westerse blok zit. De VS steunt het Egyptische leger jaarlijks met ruim een miljard aan wapens. Egypte is sterk afhankelijk van westerse financiële instituten zoals het IMF. Om de zoveel jaar worden de schulden te groot en ziet het land zich gedwongen aan te kloppen om miljardenleningen, die het vervolgens krijgt in ruil voor keiharde bezuinigingen en liberaliseringen. In plaats van de beoogde ontwikkeling heeft dit geleid tot een grotere kloof tussen rijk en arm, een minder sociale zekerheid, en een grotere afhankelijkheid van westerse bedrijven en import. Lees verder onder de afbeelding>
Verbroken verbindingen
De nieuwe postkoloniale werkelijkheid was voor Alexandrië in het bijzonder ongunstig. De stad is gericht op de zee en lag eeuwenlang op handelsroutes. Ze verbond het zuiden met het noorden, het oosten met het westen. Die rol kan zij nu niet meer innemen. De Middellandse Zee, haar levenslijn, is in de 21e eeuw geen verbinding meer. Het is de harde grens van Fort Europa.
Naast deze fysieke grens is er nog een tweede culturele grens die Alexandrië wegduwt de periferie in. Deze werd mij pijnlijk duidelijk in de weken na 7 oktober 2023. De Amerikaanse en Europese reacties op de aanval van Hamas en het begin van Israëls genocidale oorlog zonden een schokgolf door Alexandrië en de Arabisch wereld. Het werd pijnlijk duidelijk dat in de westerse politieke en publieke opinie Arabieren tweederangsburgers zijn, wier levens vele malen minder waard zijn dan die van Israëliërs. Dit is een breuk die niet makkelijk te lijmen valt.
Uit de schaduw van het verleden
Dat gaat mij persoonlijk aan. Ik sta met een been in Egypte en een been in Europa. Alexandrië stond, en staat, voor mij symbool voor het verbinden van deze werelden. Maar de westerse reactie op Gaza, de steun voor of acceptatie van genocide, wijst die verbinding af. Daar kan ik me niet bij neerleggen. Voor mij zijn Nederland en Egypte onderdeel van één wereld, één mensheid.
Maar voor een dergelijke verbinding is het nodig dat wij in Europa geen onderscheid meer maken tussen eerste en tweederangs wereldburgers. Dat wij geen normatief onderscheid maken tussen Israëlische slachtoffers en daders, en Palestijnse of Libanese. Het erkennen van de genocide in Gaza, en daar consequenties aan verbinden, is een eerste en essentiële stap daartoe.
_
Eduard Cousin is journalist en heeft voor MariaBode en andere media jarenlang bericht vanuit Caïro. Hij is de auteur van Alexandrië. Het verhaal van een stad die leeft in het verleden, Atlas/Contact (2024).
Beeldmateriaal: Anwar Hassan