OPINIE
door
Aaron Pilkington
- Oorlog tussen Israël en Hamas dient enkel de belangen van een derde partij: Iran
- Islamitische republiek heeft hoogstwaarschijnlijk een hand in de aanval, zonder hem daarom aan te sturen
- Bemoeilijkt normalisatie Arabische staten met Israël en versterkt “As van Verzet” tegen Amerikaans-Israëlische bondgenoten
-Denver- Er zal maar één winnaar zijn in de oorlog die zopas is uitgebroken tussen Israël en de Palestijnse militante groep Hamas. En dat is noch Israël noch Hamas, schrijft expert internationale politiek Aaron Pilkington.
In een operatie die “de Al-Aqsa-storm” wordt genoemd vuurde de islamitische verzetsbeweging Hamas op 7 oktober duizenden raketten af op Israël. Strijders van Hamas en de Palestijnse Islamitische Jihad infiltreerden Israël over land, over zee en door de lucht. Honderden Israëli’s werden gedood, meer dan tweeduizend raakten gewond en velen werden gegijzeld.
Als reactie verklaarde de Israëlische premier Benjamin Netanyahu de oorlog aan Hamas en lanceerde het land luchtaanvallen op Gaza. Op de eerste dag van de represailles werden volgens het Palestijnse ministerie van Volksgezondheid bijna vierhonderd Palestijnen gedood.
In de komende weken zal het Israëlische leger zeker terugslaan en nog honderden Palestijnse militanten en burgers doden. Als analist van politiek en veiligheid in het Midden-Oosten geloof ik dat duizenden aan beide kanten zullen lijden. Maar als de rook is opgetrokken, zal slechts één land er beter uitkomen: Iran.
Sommige analisten suggereren nu al dat de vingerafdrukken van Teheran te zien zijn op de verrassingsaanval op Israël. De Iraanse leiders hebben alleszins op de aanval gereageerd met aanmoediging en steun.
Iraanse revolutie
De beslissende factor voor het buitenlands beleid van Iran was de omverwerping in 1979 van de Amerikaansgezinde, repressieve sjah van Iran en de overdracht van de macht in de handen van een sjiitisch moslimrevolutionair regime. Dat regime werd gekenmerkt door een uitgesproken anti-Amerikaans imperialisme en anti-Israëlisch zionisme.
De revolutie, zo beweerden de leiders, was niet alleen gericht tegen de corrupte Iraanse monarchie; ze was bedoeld om onderdrukking en onrecht overal aan te pakken. In het bijzonder wanneer dat gepleegd werd door overheden die gesteund werden door de Verenigde Staten – waaronder Israël de belangrijkste is.
Voor de Iraanse leiders vertegenwoordigden Israël en de Verenigde Staten immoraliteit, onrecht en de grootste bedreiging voor de moslimgemeenschap en de Iraanse veiligheid. De blijvende vijandigheid tegenover Israël is voor een niet onbelangrijk deel te wijten aan de nauwe banden met de sjah en de rol van Israël in zijn voortdurende onderdrukking van het Iraanse volk.
Samen met de Amerikaanse Central Intelligence Agency (CIA) hielp de Israëlische inlichtingendienst, de Mossad, bij het organiseren van de geheime politie- en inlichtingendienst van de sjah, de Savak. Deze organisatie gebruikte steeds hardere tactieken om andersdenkenden onschadelijk te maken tijdens de laatste twee decennia aan de macht van de sjah. Ze deinsde niet terug voor onder meer massale opsluiting, marteling, verdwijningen, gedwongen ballingschap en het doden van duizenden Iraniërs.
Steun voor Palestijnse bevrijding was een centraal thema in de revolutionaire boodschap van Iran. De Israëlische invasie van Libanon in 1982 – als vergelding voor in Libanon gebaseerde Palestijnse aanvallen op Israël – bood Iran een kans om zijn antizionistische retoriek waar te maken. Teheran daagde Israëlische soldaten in Libanon uit en probeerde de invloed van de VS in de regio in te perken.
Conflictfinanciering
Daartoe stuurde Iran zijn elitekorps, de Islamitische Revolutionaire Garde, naar Libanon om Libanese en Palestijnse militanten te organiseren en te steunen. In de Bekaa-vallei in Libanon instrueerden Revolutionaire Gardisten sjiitische verzetsstrijders in religie, revolutionaire ideologie en guerrillatactieken. Ze leverden ook wapens, geld en training. Het Iraanse leiderschap transformeerde deze eerste strijders van een bende in lompen gehulde boeren tot de machtigste politieke en militaire macht van Libanon en het grootste succes van Iran op het gebied van buitenlands beleid: Hezbollah.
Sinds het begin van de jaren tachtig heeft Iran zijn steun verleend aan anti-Israëlische militante groeperingen en operaties. De Islamitische Republiek heeft publiekelijk miljoenen dollars aan jaarlijkse steun toegezegd aan zulke groepen. Op bases van de Revolutionaire Garde en Hezbollah in Iran en Libanon biedt Teheran geavanceerde militaire training voor duizenden Palestijnse strijders.
Iran runt ook een geavanceerd smokkelnetwerk om wapens naar Gaza te sluizen, dat al lange tijd van de buitenwereld is afgesneden door een Israëlische blokkade.
Via de Revolutionaire Garde en Hezbollah heeft Iran het geweld van de Palestijnse Islamitische Jihad en Hamas aangemoedigd en mogelijk gemaakt. Deze Palestijnse strijders vormen nu een cruciaal element in wat analisten van buitenlandse aangelegenheden de “as van verzet” van Iran tegen Israël en de Verenigde Staten noemen.
Maar Iran kan het niet riskeren om een van beide staten rechtstreeks te confronteren.
Iraanse wapens, fondsen en training maken opflakkeringen in Palestijns militant geweld tegen Israël mogelijk wanneer frustraties overkoken, zoals tijdens de Palestijnse opstanden die bekend staan als de eerste en tweede intifada.
De Israëlisch-Palestijnse conflicten en dodentol zijn sinds 2020 gestaag geëscaleerd. De Palestijnen zijn woedend over de toegenomen uitzettingen en vernielingen van eigendommen. Maar ook over de manier waarop Israël toestaat dat Israëlische nationalisten en kolonisten een al lang bestaande overeenkomst schenden die verhindert dat joden bidden in de Al-Aqsamoskee – een site die heilig is voor zowel moslims als joden. Een recente inval van kolonisten in Al-Aqsa werd zelfs specifiek door Hamas aangehaald als rechtvaardiging voor de aanval van 7 oktober.
Normalisatie voorkomen
Dat wil niet zeggen dat Iran de opdracht gaf voor de aanval van Hamas op Israël, noch dat Iran de Palestijnse militanten controleert. Het zijn geen Iraanse marionetten. Desondanks verwelkomden de Iraanse leiders de aanvallen, waarvan de timing toevallig in het voordeel van Iran werkt en de regionale belangen van de Islamitische republiek bevordert.
“Wat vandaag plaatsvond is in lijn met de voortzetting van de overwinningen voor het antizionistische verzet op verschillende gebieden, waaronder Syrië, Libanon en bezette gebieden”, aldus de woordvoerder van het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken, Nasser Kanani.
De week voor de Hamas-aanval bevestigde de Saoedische kroonprins Mohammed bin Salman zijn recente inspanningen om de betrekkingen met Israël te normaliseren. Zo zou er onder meer een formele verklaring van het bestaansrecht van Israël en meer diplomatieke betrokkenheid komen. “Elke dag komen we dichterbij”, zei de kroonprins, een aankondiging die werd geprezen en herhaald door Netanyahu.
De Israëlisch-Saoedische normalisatie zou het hoogtepunt zijn van wat tot nu toe is bereikt met de zogeheten Abraham-akkoorden. Dat is de verzamelnaam voor een reeks diplomatieke inspanningen van de VS. De akkoorden – in 2020 ondertekend door Israël, de Verenigde Arabische Emiraten, Bahrein en Marokko – waren gericht op het normaliseren en opbouwen van vreedzame betrekkingen tussen Israël en Arabische landen in het Midden-Oosten en Afrika.
De Iraanse opperste leider Ali Khamenei hekelde de Arabische staten voor het ondertekenen van de Abraham-akkoorden en beschuldigde hen van “verraad tegen de wereldwijde islamitische gemeenschap”.
Hezbollah-leider Hassan Nasrallah prees het geweld van zaterdag tegen Israël en sloot zich aan bij de woorden van Khamenei. Hij waarschuwde dat de aanvallen een boodschap stuurden, “vooral aan hen die normalisatie met deze vijand nastreven”.
De verwachte hardhandige reactie van Israël zal de normalisatie van Saoedi-Arabië met Israël op korte termijn waarschijnlijk bemoeilijken. Dat is in het voordeel van Iran. Netanyahu zei dat Israël met zijn vergeldingsoperatie drie doelen nastreeft: het elimineren van de dreiging van infiltranten en het herstellen van de vrede in de aangevallen Israëlische gemeenschappen. Tegelijkertijd moet de vijand in Gaza “een immense prijs betalen”, en moeten “andere fronten versterkt worden zodat niemand zich ten onrechte aansluit bij deze oorlog”. Deze laatste doelstelling is een subtiele maar duidelijke waarschuwing aan Hezbollah en Iran om buiten de strijd te blijven.
Israëlische troepen zijn al gemobiliseerd om de grenzen te beveiligen en luchtaanvallen hebben Gaza getroffen. Naar alle waarschijnlijkheid zullen Palestijnse aanvallers binnen enkele dagen worden gedood of gearresteerd. Israëlische troepen en luchtmacht zullen zich richten op bekende of vermoedelijke plaatsen waar raketten worden gelanceerd, geproduceerd, opgeslagen en vervoerd, en op de huizen van leden van Hamas en de Islamitische Jihad. Maar daarbij zullen waarschijnlijk ook honderden burgers het leven verliezen.
Ik denk dat Iran dit allemaal verwacht en verwelkomt.
Hoe Iran wint
Er zijn minstens drie mogelijke uitkomsten van de oorlog, die allemaal in het voordeel van Iran spelen.
Ten eerste kan de hardhandige reactie van Israël Saoedi-Arabië en andere Arabische staten afschrikken om de betrekkingen met Israël te normaliseren. Ten tweede, als Israël het nodig acht om verder Gaza binnen te dringen om de dreiging uit te roeien, kan dit een nieuwe Palestijnse opstand uitlokken in Oost-Jeruzalem of de Westelijke Jordaanoever. Dat zal dan weer leiden tot een bredere Israëlische reactie en grotere instabiliteit.
Ten slotte zou Israël zijn eerste twee doelen kunnen bereiken met een minimale hoeveelheid geweld, waarbij het afziet van de gebruikelijke hardhandige tactieken en de kans op escalatie vermindert. Maar dit is onwaarschijnlijk. En zelfs als dit zou gebeuren, zou dit de onderliggende oorzaken die tot deze laatste uitbarsting van geweld hebben geleid, en de faciliterende rol die Iran in dat proces speelt, niet aanpakken.
En wanneer de volgende ronde van Israëlisch-Palestijns geweld zich voordoet – en dat zal gebeuren – denk ik dat de Iraanse leiders opnieuw zullen achteroverleunen en zichzelf feliciteren met het werk dat ze verricht hebben.