[su_heading]Woensdag 3 juli 2024 ~21:19 uur ~ Bron: Redactie Wereld/IPS ~ Beeld: Gabriel Cabrera[/su_heading]
- Recente gebeurtenissen doen bij Argentijnse middenveld alarmbellen afgaan
- Politieke klimaat maakt het voor middenveld moeilijker om nog op te komen voor publieke belangen
- Decennia van vooruitgang voor mensenrechten en democratie teniet gedaan?
-Buenos Aires- Het Argentijnse middenveld voelt zich bedreigd door de regering van de uiterst rechtse populist Javier Milei – “een president die er trots op is om te onderdrukken”, schreven media onlangs – en roept op om de democratie en mensenrechten te beschermen.
“Tussen de maffia en de staat geef ik de voorkeur aan de maffia. De maffia heeft codes, komt zijn beloften na, liegt niet en is concurrerend.”
“Als een bedrijf een rivier vervuilt, waar is dan de schade?”
“De verkoop van organen is een markt als alle andere.”
“Abortus zou beschouwd moeten worden als ‘moord met verzwarende omstandigheden’.”
Het zijn maar enkele citaten van de voormalige tv-presentator Javier Milei, sinds december 2023 president van Argentinië. Milei heeft van ‘anti-progressivisme’ zijn handelsmerk gemaakt, waarbij hij lustig knipt en plakt uit het discours van de globale alt-rightbeweging. Hij beweert ook dat de opwarming van de aarde “een leugen van het socialisme” is.
In de afgelopen maanden was Argentinië getuige van een belangrijke verschuiving onder zijn nieuwe regering, één die het weefsel van het maatschappelijke middenveld en het democratisch bestuur ondermijnt.
Terroristen
Op 12 juni was er een gewelddadig optreden tegen demonstranten buiten het Nationaal Congres, waarbij de oproerpolitie wapenstokken, traangas en rubberen kogels gebruikte. Verschillende personen werden willekeurig gearresteerd en vervolgens door de regering als “terroristen” bestempeld, wat duidelijk bedoeld was om het maatschappelijk middenveld te intimideren en protest te criminaliseren.
Deze gedetineerden zijn overgebracht naar federale gevangenissen. Rapporten maken melding van voortdurende mishandeling, waaronder het gebruik van pepperspray, fysiek geweld en het ontzeggen van basisrechten.
Afgelopen vrijdag stuurde de regering nog een controversieel wetsvoorstel naar het Congres om de leeftijd voor strafrechtelijke verantwoordelijkheid te verlagen van 16 naar 13 jaar, ook al plegen minderjarigen minder dan 1 procent van de ernstige misdaden in Argentinië. Een voorstel dat tegenstanders beschouwen als “pure rook en spiegels”.
Sinds haar aantreden heeft de regering van president Javier Milei aanzienlijke internationale kritiek gekregen, onder andere van Volker Türk, de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN, en van de Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten die op 11 juli een hoorzitting plant om de situatie te bespreken.
Historische rol
“Een president die er trots op is om te onderdrukken”, schreven verschillende media in heel Argentinië toen Milei zo ver ging om demonstranten te beschuldigen van terrorisme en zei dat het politiegeweld een “staatsgreep” heeft verhinderd.
Deze alarmerende ontwikkelingen staan in schril contrast met de jarenlange toewijding van het land aan democratie en mensenrechten, een toewijding die zorgvuldig is gekoesterd sinds het einde van de wrede militaire dictatuur in 1983.
Bovendien ging deze regeringswisseling gepaard met een abrupte “terugtrekking” van de staat uit zijn historische rol als hoeder van de rechten van zijn burgers. Dat maakt de ophefmakende maatregelen die de burgerlijke ruimte expliciet inperken nog zorgwekkender.
De agressieve en theatrale stijl van Javier Milei – van superheldenkostuums tot het hanteren van een kettingzaag om zijn plannen om de staat in te krimpen te illustreren – leverden hem al vergelijkingen op met Donald Trump in de VS of Jair Bolsonaro in Brazilië.
Deze verschuiving, samen met het vervagen van de ideologische grenzen tussen de coalities van peronisten en Samen voor Verandering (Juntos por el Cambio), heeft gevolgen voor het politieke landschap en het middenveld in Argentinië.
De Argentijnse maatschappelijke organisaties, die lange tijd de ruggengraat vormden van de democratische weerbaarheid en de verdediging van de mensenrechten, staan voor ongekende uitdagingen.
Wetsvoorstellen om ngo’s te kortwieken, gekoppeld aan beperkingen van de vrije meningsuiting en het recht om te protesteren, hebben schokgolven door de gemeenschap gestuurd. Het beleid van de regering snoeit drastisch in de overheidsuitgaven, wil staatsinstellingen sluiten die zich inzetten voor vrouwenrechten en toegang tot justitie, en de deelname aan internationale evenementen die verband houden met de 2030 Agenda (de 17 ontwikkelingsdoelstellingen of SDG’s) opschorten.
Carajo!
Een recent protocol, aangekondigd door minister van Veiligheid Patricia Bullrich, bepaalt dat demonstranten op verschillende manieren worden geïdentificeerd en dat de kosten voor de inzet van veiligheidstroepen voor de politie van de demonstraties vervolgens in rekening worden gebracht. Mensenrechtenactivisten, oppositieleden en organisaties zoals het Centro de Estudios Legales y Sociales (CELS) stellen dat deze maatregelen legitieme protesten effectief criminaliseren en grondwettelijke rechten schenden. De bondgenoten van de regering, zoals parlementslid José Luis Espert, reageren met agressieve retoriek: “Gevangenis of kogel.”
Onlangs was er een gewelddadige aanval op een lid van HIJOS, een organisatie die bekend staat om haar strijd tegen de straffeloosheid van de misdaden van de laatste civiel-militaire dictatuur en voor de verdediging van de mensenrechten. Deze brutale aanval met sterke politieke boodschap illustreert een alarmerende toename van geweld tegen activisten en maatschappelijke organisaties. Door het acroniem VLLC (“Viva la libertad, carajo!”), geassocieerd met president Javier Milei, achter te laten, insinueren de aanvallers een verontrustend verband tussen regeringsretoriek en gewelddadige acties gericht tegen “dissidenten”.
Het politieke klimaat, dat nog verergert door de aanhoudende economische en sociale crises in het land, maakt het voor het maatschappelijk middenveld moeilijker om op te komen voor publieke belangen.
De geschiedenis van Argentinië – getekend door de donkere jaren van de dictatuur tussen 1976 en 1983 – herinnert ons aan de gevolgen van zwijgen en passiviteit. Het land heeft een moeizame weg afgelegd om de democratie en de mensenrechten terug te winnen, gekenmerkt door niet aflatende inspanningen om de slachtoffers van de onderdrukking in het verleden te erkennen en te compenseren. Het beleid van de huidige regering dreigt decennia van vooruitgang teniet te doen en de essentie van de Argentijnse democratie in twijfel te trekken.
De internationale gemeenschap, in het bijzonder organisaties die zich inzetten voor de mensenrechten en het behoud van het historisch geheugen, zoals Unesco, moeten gehoor geven aan deze oproep tot actie.
De situatie in Argentinië vereist een collectieve inspanning om het maatschappelijk middenveld te ondersteunen, te pleiten voor de bescherming van de burgerlijke ruimte en ervoor te zorgen dat de lessen uit het verleden niet worden vergeten.
Dit opiniestuk werd geschreven door Entidades no Gubernamentales para el Desarrollo (EENGD) – Red Encuentro, het nationale ngo-platform van Argentinië, samen met het globale network Forus.