Drie decennia lang werkte Ton Verlind (71) voor de KRO, maar vraag hem waar zijn omroep tegenwoordig voor staat en hij gooit zijn armen de lucht in. “Geen idee. De omroep is in het publieke debat totaal afwezig, ik zou niet weten wat de doelen zijn of welke visie zij nog voorstaan. Ja, iets met ‘naar elkaar omzien’ volgens mij. De KRO zoals die was – eigenzinnig, brutaal, anti-autoritair – bestaat niet meer. De fusie met de NCRV was een historische vergissing en heeft de weg bereid richting de uitgang.”
Sombere toekomst
Verlind die de omroepwereld ‘op zijn duimpje kent’ ziet de toekomst van de publieke omroep somber in, heel somber, niet alleen KRO-NCRV maar ook AvroTros zullen keuzes moeten maken: óf zij zorgen ervoor dat zij weer relevant worden in de samenleving, óf zij verdwijnen. Want een omroep zonder duidelijk profiel heeft geen enkel bestaansrecht, vindt hij. Verlind ziet in toenemende mate bij de publieke omroep een eenheidsworst ontstaan. “Voor afwijkende geluiden is nauwelijks plaats, de bandbreedte van de discussie is de afgelopen vijftien jaar steeds smaller geworden, van pluriformiteit is nauwelijks nog sprake.” En juist daarin zit nu de kracht van het publieke bestel, aldus Verlind.
‘In mijn visie is maatschappelijk debat belangrijk om de samenleving verder brengen. Dat debat heb je alleen, als je met elkaar spreekt vanuit verschillende visies over hoe de toekomst zich zou kunnen ontwikkelen. Dat vraagt moed en inzet. Dat vind ik verloren gegaan bij de publieke omroep, het is bijna allemaal hetzelfde geworden. Terwijl het doel van dit bestel oorspronkelijk was om vanuit verschillende visies de samenleving te beschouwen en journalistiek te bedrijven, waardoor debat ontstaat dat mensen scherpt in hun gedachten en helpt om voor het ene of het andere maatschappelijke model te kiezen. In de loop der jaren is een neutrale, algemene journalistiek ontstaan binnen de publieke omroep. Het lijkt op elkaar, terwijl vroeger de actualiteitenrubrieken de visitekaartjes van de omroepen waren. Je hebt Nieuwsuur, een uitstekend programma, en EenVandaag van AVROTROS, maar die werken allebei vanuit een neoliberale visie. Maar juist deze tijd heeft behoefte aan identiteit en pluriformiteit en dat is langzaam aan verdwenen. De fusies van de omroepverenigingen zijn een historische vergissing. Er is grote ontevredenheid in de samenleving, die mensen voelen zich niet meer gerepresenteerd door de politiek en de journalistiek. Zij vinden dat de journalistiek onderdeel is van de gevestigde orde. Daar moet men zich zorgen over maken. Het is de tol die wij betalen voor het verlies van identiteit en pluriformiteit, en dat hangt samen met de achteloosheid waarmee met de omroepen is omgegaan en het gemak waarmee actualiteitenrubrieken zijn opgeheven.’
Schitterende slangenkuil
Over zijn werkzame leven als journalist en KRO-mediadirecteur schreef Verlind onlangs een lijvig boek met de veelzeggende titel ‘Een schitterende slangenkuil’. Verlind begon in 1974 als jonge verslaggever bij de radio-afdeling van de Tros, stapte in 1979 over naar de toenmalige actualiteitenrubriek ‘Brandpunt’ van de KRO en was van 1995 tot 2008 KRO-mediadirecteur. In zijn bijna vierhonderd pagina’s tellende boek blikt hij – ‘in de eerste plaats voor mijzelf en mijn kinderen’ – terug op zijn lange loopbaan. “Ik heb in die vijftig jaar journalistiek geprobeerd iets tot stand te brengen binnen mijn vak. Of dat is gelukt? Ach, dat is niet aan mij om vast te stellen.”
Naast vele vaak bijzonder gedetailleerde anekdotes die Verlind opdist, kraakt hij in zijn boek harde noten over de publieke omroep. Die is zich steeds meer gaan gedragen als een ministerie: defensief, naar binnen gericht en gesloten als een oester. Voor afwijkende geluiden is nauwelijks meer plaats, ook omdat de macht van omroepen, die de verschillende geluiden uit de samenleving moeten representeren, tanende is.
Den Haag
“Vanuit Den Haag is er een sterke drang om controle uit te oefenen op de publieke omroep. Deels komt dat omdat sommige partijen het hele systeem het liefste willen opheffen, waardoor voorstanders denken dat de grip verstevigd moet worden door centrale aansturing. De macht van de zendercoördinatoren is veel te groot geworden, in het bestuur van de NPO zitten ondernemers en oud-politici. Vind je het gek dat mensen zich dan niet meer vertegenwoordigd voelen en dat het wantrouwen tegen de media toeneemt?”
Onder druk van de Haagse politiek is ook de obsessie met kijkcijfers ontstaan. “Deels heeft dit te maken met reclame-inkomsten, die teruglopen als minder mensen kijken. Maar belangrijker is de angst dat als de kijkcijfers dalen, politieke partijen zich gaan afvragen of er nog wel zoveel geld naar de NPO moet.”
Waar dit toe leidt, zegt Verlind, is iedere avond te zien in de talkshow Op1. Die show is niets meer dan een dagelijkse invuloefening, zegt hij. “Hoge kijkcijfers genereren is niet zo moeilijk, je hebt een aantal elementen nodig: emotie, spektakel, discussie. En natuurlijk bekende Nederlanders, want daar zijn kijkers aan verslaafd. Zo is die show een eindeloze herhaling van hetzelfde, zonder enige inhoud. En dan is er ook nog het verplichte diversiteitsbeleid in geslopen: Talitha Muusse mocht niet presenteren vanwege haar journalistieke kwaliteiten, maar omdat zij een jong vrouw met een kleurtje is, dat heeft ze althans zelf gezegd in een interview gezegd.”
[su_quote]Vroeger waren journalisten in dienst van een omroep, tegenwoordig zijn het allemaal eigen ondernemers, die ook in het lezingen- en dagvoorzitterschappencircuit meedraaien. Hoe kunnen types als Charles Groenhuijsen of Jort Kelder aan tafel nou kritisch zijn op bedrijven en instanties waar ze voor hun eigen bv’tje van afhankelijk zijn?[/su_quote]
Verlind maakt zich geen illusies dat zijn boek direct tot een koersverandering in Hilversum zal leiden. “Bij de NPO zijn ze als de dood voor polemiek, bang om de discussie aan te gaan met de samenleving. Het is een institutioneel apparaat geworden.”
Katholieke kerk
Toen Verlind directeur werd vertoonde de KRO te weinig samenhang. De KRO kwam uit een periode waarin geprobeerd werd alle leden tevreden te houden. Dat leidde ertoe dat de omroep erg dreef op z’n professionaliteit, de teams waren eigenlijk afzonderlijke bedrijfjes geworden. Er was geen collectieve trots. Die was er niet, doordat de Katholieke kerk polariserend had gewerkt en bijna niemand daar nog mee verbonden wilde worden. Dat betekende niet, dat zij niets meer met het Katholieke erfgoed hadden. Als men de kerk buiten beschouwing liet, was er grote maatschappelijke betrokkenheid vanuit dat Katholieke culturele erfgoed, de boodschap. Ik dacht: als het lukt dat weer zichtbaar te maken, hebben wij een veel krachtiger bedrijf en dat is gelukt. Dat is overigens niet zozeer een verdienste van mij persoonlijk, maar van het bedrijf. De toenmalige voorzitter, Frans Slangen, creëerde een veld waarin we risico’s durfden te nemen. Men mocht fouten maken, hij steunde de journalisten onvoorwaardelijk. Zo ontstond er grote cohesie en solidariteit, de KRO op z’n best.’
“Voor omroepen die hun eigen koers varen en zich losmaken uit die algemene identiteit die tegenwoordig rond de publieke omroep hangt, liggen er nu enorme kansen. Ze kunnen een belangrijke rol in de maatschappij spelen. Ik begrijp niet dat dit niet gebeurt, mijn vingers jeuken.”
Klik onderstaand op de boekcover voor meer informatie of bestellen per post op rekening>