Sterfte in juni vooral bij Wlz-zorggebruikers hoger dan verwacht
De sterfte bij mensen die zorg ontvingen in het kader van de Wet langdurige zorg, zoals bewoners van verpleeghuizen en gehandicaptenzorginstellingen, was in week 26 ongeveer gelijk aan de week ervoor. De sterfte onder de overige bevolking was op basis van de schatting ook ongeveer gelijk. Er overleden ruim 1 150 Wlz-zorggebruikers, dat waren er meer dan verwacht, er was oversterfte. In de overige bevolking overleden bijna 1 900 mensen, geen oversterfte maar meer dan verwacht.
In heel juni overleden ruim 650 meer Wlz-zorggebruikers dan verwacht voor die maand. In de laatste drie weken was er oversterfte. De sterfte onder de overige bevolking was in juni bijna 500 hoger dan de verwachte sterfte. De sterfte lag hier iedere week binnen het interval van gewoonlijke fluctuaties, zodat er geen sprake was van oversterfte.
Hogere sterfte in juni vooral bij 65-plussers
De sterfte onder 80-plussers nam in week 26 verder toe: er overleden naar schatting ruim 1 700 mensen van 80 jaar of ouder. Dat zijn er ongeveer 200 meer dan verwacht voor deze periode. In heel juni overleden ruim 550 meer 80-plussers dan verwacht voor die maand. In de laatste drie weken van juni was er oversterfte in deze leeftijdsgroep.
Onder mensen van 65 tot 80 jaar overleden in week 26 naar schatting 900 mensen, net iets meer dan verwacht. In heel juni overleden naar schatting 450 meer mensen van 65 tot 80 jaar dan verwacht, in vier van de vijf weken was er oversterfte.
Onder mensen jonger dan 65 jaar was de sterfte in week 26 naar schatting 425, iets meer dan verwacht en net buiten het interval van gewoonlijke fluctuaties. Voor deze leeftijdsgroep was de sterfte in juni ongeveer 150 meer dan de verwachte sterfte voor die maand, met in de laatste week op basis van de schatting net oversterfte.