- Overstromingen zoals in Valencia zullen vaker voorkomen in Europa
- Drie beproefde manieren kunnen de risico’s te beperken
- In Nederland hebben die in juli 2021 veel leed kunnen voorkomen
-Leiden- De ongeziene overstromingen die we dit jaar hebben gezien in Spanje zijn een voorbode van wat nog zal komen, zegt Paul Hudson, hoogleraar Geografie aan de universiteit van Leiden. Maar gelukkig zijn er beproefde methodes om het gevaar sterk te beperken, schrijft hij.
Dit najaar werd Europa getroffen door enkele verwoestende overstromingen die een spoor van vernieling nalieten van Tsjechië tot in Spanje.
Klimaatwetenschappers zijn het er steeds meer over eens dat de klimaatverandering hier voor veel tussenzit. Die heeft onder meer geleid tot recordneerslag met enorme overstromingen als gevolg. Die regen neemt toe omdat warmere temperaturen de hoeveelheid waterdamp in de atmosfeer verhogen, vooral boven warmere oceanen.
En Europa ontsnapt daar niet aan: het continent zal naar verwachting vaker te maken krijgen met ernstige wateroverlast. Dat zal gevolgen hebben voor de economie en de bestaansmiddelen van de mensen.
Overstromingsrisico verminderen
Het overstromingsrisico in Europa verminderen is een hele uitdaging, vanwege de hoge bevolkingsdichtheid, de economische activiteiten in overstromingsgevoelige gebieden en het omvangrijke culturele erfgoed.
Tegelijk is het risico op overstromingen toegenomen, onder andere omdat mensen zich in beschermde gebieden hebben gevestigd die vroeger overstromingsgevoelig waren, ook wel het “dijkeneffect” genoemd.
Het monitoren en beheren van overstromingen blijkt dan een uitdaging omdat niet alle wateroverlast hetzelfde is. In grote lijnen wordt Europa beïnvloed door drie belangrijke soorten overstromingen: fluviatiele, pluviatiele en stormvloeden aan de kust
1. Te veel neerslag
De zogeheten fluviatiele overstromingen hebben betrekking op overmatige neerslag (zowel regen als gesmolten sneeuw) die stroomopwaarts in rivierbekkens terechtkomt en vervolgens leidt tot stevige afvloeiingen en uiteindelijk rivieren die stroomafwaarts buiten de oevers treden.
Deze overstromingen zijn vooral ernstig in bergachtige gebieden aan de kust, zoals recent in Valencia, omdat steile hellingen de afvoer van water versnellen.
2. Slechte afvoer van neerslag
Pluviale overstromingen treden op als lokale neerslag niet voldoende wordt afgevoerd. Velden op het platteland raken dan verzadigd, terwijl ook steden de wateroverlast niet kunnen slikken. Overmatige lokale neerslag is vooral een probleem boven laaglandrivieren en delta’s tijdens natte wintermaanden. De verzadigde grond kan de extra neerslag en afvloeiing niet afvoeren, wat leidt tot lokale overstromingsproblemen.
3. Winterstormen
Stormvloeden aan de kust worden veroorzaakt door sterke wind en leiden er ook toe dat rivieren buiten hun oevers treden en het aangrenzende land overstroomt. Stormvloeden komen vaker voor in de wintermaanden.
De overstromingen die het moeilijkste te beheersen zijn, worden veroorzaakt door meervoudige overstromingsprocessen. Afgelopen winter kwamen in het Duitse en Nederlandse stroomgebied van de Nederrijn drie van zulke overstromingsprocessen bij elkaar wat tot hoogwater en overstromingen heeft geleid. Akkers raakten verzadigd en landbouwactiviteiten werden maandenlang aanzienlijk bemoeilijkt.
In december vorig jaar moest de enorme Maeslantkering in de monding van de Rijn, bij Hoek van Holland, voor het eerst sinds de bouw in 1997 sluiten om een stormvloed te beheersen.
Drie stappen om het risico te beperken
Het terugdringen van het overstromingsrisico in Europa zal enorme investeringen vereisen die een brede beheersaanpak omvatten, zoals aanbevolen in de EU-richtlijn rond overstromingen. Naast meer aandacht voor ‘nature based solutions’, oplossingen die de natuur zelf aanreikt zoals het terugbrengen van landbouwgrond naar natuurlijke vegetatie, is er een unieke combinatie van harde (structurele) en zachte (beleids)maatregelen nodig om het overstromingsrisico binnen een bepaald stroomgebied te verminderen.
Hoewel we overstromingen door extreme regenval in Europa niet kunnen voorkomen, kunnen het risico en de verwoesting wel worden verminderd. In het Spaanse Valencia werden mensen niet genoeg van tevoren gewaarschuwd voor het komende gevaar. De eerste te nemen stap moet dan ook zijn om de systemen voor vroegtijdige waarschuwing te verbeteren en het bewustzijn te vergroten, zodat mensen overstromingswaarschuwingen serieus nemen.
Maatregelen voor het bovenstroomse stroomgebied kunnen onder andere bestaan uit een paar ingrepen in de ruimtelijke ordening, zoals bebossing (het planten van bomen waar er voorheen geen waren) om de afvloeiing te verminderen. Ook reservoirs kunnen helpen om water tegen te houden zodat de vloed stroomafwaarts minder snel wordt getransporteerd, of juist om water uit het reservoir te lossen, voor de vloedgolf arriveert.
Benedenstroomse ingrepen kunnen onder meer een herontwerp zijn van de hydraulische infrastructuur, zoals dijken en bruggen, om zowel hogere pieken als overstromingen van langere duur op te vangen. Gebieden die mogen overstromen, kunnen dan weer worden uitgebreid. Dit wordt al effectief gedaan in Nederland, als onderdeel van het programma Ruimte voor de Rivier, om overstromingen te voorkomen door uiterwaarden (het gebied tussen rivier en dijk) te herbekijken.
De overstromingen van juli 2021
Die aanpak bleek trouwens succesvol tijdens de verwoestende Europese overstromingen van juli 2021.
Het water overspoelde toen eeuwenoude dorpen langs de bovenloop van het stroomgebied van de Maas in delen van Noord-Duitsland, België, Luxemburg en Frankrijk en eiste meer dan tweehonderd slachtoffers. Maar verder stroomafwaarts in Nederland veroorzaakten de overstromingen veel minder schade, dankzij dat programma dat weer meer ruimte geeft aan rivieren.
Hoewel het water van de Maas een hoog niveau bereikte, bleef het binnen de perken en overstroomden de dijken niet, waardoor gezinnen die langs de rivier wonen beschermd bleven. Het versterken van de natuurlijke bufferende werking van uiterwaarden kan de ernst van overstromingen stroomafwaarts dus sterk verminderen.
Langetermijnstrategieën en goed overstromingsbeheer zijn duur en intensief. Maar de persoonlijke en financiële kosten van ineffectief beheer zijn wel veel hoger. Europese landen moeten daarom waakzaam, vooruitdenkend en proactief zijn bij de implementatie van effectieve oplossingen om het risico op overstromingen te beperken.