” Franciscus is een radicale weldoener. Een beetje van dit radicalisme zou zijn Kerk ook niet schaden”.
Paus Franciscus staat weer aan de top. Dat mag in twee betekenissen van het woord worden uitgelegd. Hij schonk de zegen ‘Urbi et Orbi’ op Eerste Kerstdag vanaf de loggia van de St. Pietersbasiliek en de Paus presenteert zich krachtig en strijdlustig na zijn pittige darmoperatie in de zomer. Na de allerminst onschuldige ingreep begin juli gingen er zelfs geruchten over een terugtreden. Men mag met een gerust hart aannemen dat deze geruchten opzettelijk zijn verspreid door degenen die nauwelijks kunnen wachten om een nieuwe Paus te kiezen.
Pappenheimers
Franciscus kent zijn pappenheimers: “Ik leef nog, ook al wilden sommige mensen dat ik dood zou gaan”, zei hij in september tijdens een ontmoeting met Jezuïeten in Slowakije. Wie zo spreekt, is nog het een-en-ander van plan. Het Synodale proces, dat in oktober van start ging, heeft een looptijd van twee jaar. Franciscus wil zijn kerk hervormen – maar wel op zijn eigen manier. Niet te snel, maar bedachtzaam. Katholieken die in de Moederkerk iets willen veranderen, hebben veel doorzettingsvermogen en geduld nodig.
Diaken
Jarenlang liet de Paus verschillende commissies onderzoeken of vrouwen in de vroege geschiedenis van de Kerk óók als Diaken werkzaam waren. Dit zou kunnen helpen bij de beslissing om op korte termijn al dan niet vrouwen tot Diaken te wijden. Het ongeduld daaromtrent bij het Kerkvolk groeit, maar Paus Franciscus laat zich niet opjagen. Of misschien wil hij helemaal geen grote veranderingen? Deze Paus laat de mensheid af-en-toe in verwarring achter.
Radicalisme
Zijn missie is heel duidelijk: Franciscus wil een Kerk voor anderen, een kerk die niet zelfgenoegzaam is. Daarom bezoekt hij de armsten der armen, daarom ontmoet hij de uitgestotenen en gemarginaliseerden en spreekt hij tot de machtigen, zoals met Kerstmis: “Wij riskeren de kreet van pijn en wanhoop van veel van onze broeders en zusters niet te horen. “ Franciscus is een radicale weldoener. Een beetje van dit radicalisme zou zijn Kerk ook niet schaden”.