“Heb je wel eens mensen gezien die geen gevoel voor humor hebben? Dan weet jij niet of het een persoon is, of een standbeeld of mummie.”
Dat zei, volgens de Vaticaanse perskamer, de Paus gisteren tijdens een ontmoeting met studenten van de Queen’s University uit het Ierse Belfast. Voordat Franciscus tot de Jezuïetenorde toetrad, studeerde hij scheikunde en werkte hij een tijdje in een laboratorium.
“Het was zwaar werk. Ik ging om 6 uur ’s ochtends naar de kerk en maakte aansluitend een busrit van 40 minuten naar het laboratorium: ik moest er om 7 uur zijn. Het was tijdrovend, ik heb nooit veel aan mijn studie gedaan. Ik keek een beetje in de boeken en dacht na over wat deze of gene professor ons zou gaan vragen”, zo herinnert de Paus zich.”
Vrienden waren het belangrijkst
Het belangrijkste was toen mijn vriendenkring: “Alleen maar studeren en het laboratorium, zonder vriendenkring? Nee dat lukt niet.”
“Een geintje uithalen en humor zijn ook belangrijk in de jeugd – maar wel altijd met een zuivere geest en een zuiver hart – omdat het helpt om later in het leven gevoel voor humor te hebben,” vervolgt Franciscus: “Heb je wel eens mensen gezien die geen gevoel voor humor hebben? Dan weet jij niet of het een persoon is, of een standbeeld of mummie.”
