-Vaticaanstad- In een boodschap bij gelegenheid van de 74e Nationale Week van de Liturgie, ondertekend door kardinaal Parolin, benadrukt de Paus de aspecten van koorzang en stilte: zij zijn de basis voor een diep en intiem gebed, ver van waanzin, lawaai en geklets.
Een viering waarbij de deelnemers zich deel voelen van een verenigd lichaam, van een gebed dat naar God opstijgt als een koor dat de stemmen van allen verenigt, vereist speciale zorg. Dit is het centrale thema van de 74e Nationale Liturgische Week in Italië, die gisteren, tot en met donderdag wordt georganiseerd door het aartsbisdom Modena-Nonantola.
Gebed en betrokkenheid van de zintuigen
De titel van de Week stelt dat het in de liturgie is waar “het ware gebed van de kerk” zich manifesteert, in de relatie tussen het Volk van God enerzijds en de ars celebrandi anderzijds. Liturgisch gebed, zo benadrukt de boodschap, “is een school van gemeenschap die het hart bevrijdt van onverschilligheid, de afstanden tussen broeders en zusters verkleint en zich aanpast aan de gevoelens van Jezus.”
De ruimte van stilte
Naast zingen noemt Franciscus ook de stilte. De ‘daad van stilte’ gaat ‘de razernij, het lawaai en het gebabbel tegen welke ons in ons dagelijks leven ondermijnen’, terwijl het ‘heilige’ gebaar van stilte een tijd en ruimte wordt die bevorderlijk is voor ‘het cultiveren van de contemplatieve blik’ en ‘diepgang geeft aan het gebed van het hart.”