Paus schrijft brief aan katholieken in het Midden-Oosten: “Ik ben bij jullie”

Leestijd: 4 minuten

 

Paus: “Ik ben bij jullie, gemartelde en uitgeputte Gazanen, die elke dag in mijn gedachten en gebeden zijn.”

Dinsdag 8 oktober 2024 – 06.55 uur – Bron: Redactie Kerk/VN/KNA – Beeld: MB

-Vaticaanstad- In een brief gericht aan katholieken in het Midden-Oosten spreekt de Paus zijn diepe verbondenheid en gebed uit voor de gelovigen in de regio, vooral op deze “trieste dag” die wordt gekenmerkt door aanhoudend lijden als gevolg van oorlog. Franciscus veroordeelt het “beschamende onvermogen van de internationale gemeenschap en de machtigste landen om de wapens tot zwijgen te brengen en een einde te maken aan de tragedie van de oorlog”, waarbij hij benadrukt dat “bloed vloeit, net als tranen”, terwijl woede en het verlangen naar wraak bestaan.

“Ik denk aan je en ik bid voor je. Ik wil op deze droevige dag contact met je opnemen”, begint de Heilige Vader in zijn brief , verwijzend naar het conflict dat al een jaar lang onvoorstelbaar lijden in de regio heeft gezaaid. De Paus betreurt dat “de lont van de haat tot een explosie heeft geleid; “Het is niet uitgegaan, maar geëxplodeerd in een spiraal van geweld, in het beschamende onvermogen van de internationale gemeenschap en de machtigste landen om de wapens tot zwijgen te brengen en een einde te maken aan de tragedie van de oorlog.”

De Paus maakt een pijnlijke observatie over de realiteit die miljoenen mensen in het Midden-Oosten ervaren:

“Het bloed stroomt, net als de tranen; De woede neemt toe, samen met het verlangen naar wraak, terwijl het erop lijkt dat weinigen geïnteresseerd zijn in wat het meest nodig is en wat mensen willen: dialoog, vrede.”

In deze zin benadrukt Franciscus nogmaals de noodzaak om oorlog te vermijden:

“Ik word nooit moe te herhalen dat oorlog een nederlaag is, dat wapens de toekomst niet opbouwen, maar eerder vernietigen, dat geweld nooit vrede brengt.”

In zijn hele boodschap spreekt de Paus bijzondere dankbaarheid uit aan christenen die, ondanks tegenspoed, standvastig blijven in hun land:

“Jullie, broeders en zusters in Christus, die wonen op de plaatsen waarover de Schrift het meest spreekt, zijn een kleine, weerloze kudde, dorstig naar vrede. Bedankt voor wat je bent, bedankt omdat je in je land wilt blijven, bedankt omdat je ondanks alles weet hoe je moet bidden en liefhebben.”

Met behulp van een metafoor vergelijkt Franciscus zijn geloof en weerstand met een zaadje dat, hoewel ondergronds begraven, ‘altijd zijn weg naar boven weet te vinden, naar het licht, om vrucht te dragen en leven te geven’.

In zijn brief benadrukt Franciscus ook het belang van gebed en vasten als instrumenten om het kwaad te bestrijden: “Mensen weten tegenwoordig niet hoe zij vrede moeten vinden en wij, christenen, moeten niet moe worden God erom te vragen.” Om deze reden nodigt de Paus de hele kerk uit om deel te nemen aan een dag van gebed en vasten, waarbij hij bedenkt dat “gebed en vasten de wapens van de liefde zijn die de geschiedenis veranderen.

De Heilige Vader drukt zijn verbondenheid niet alleen uit met de katholieken, maar met alle oorlogsslachtoffers, ongeacht hun geloof:

“Ik heb iets in mijn hart dat ik tegen jullie wil zeggen, broeders en zusters, maar ook tegen alle mannen en vrouwen van andere geloofsovertuigingen en religies die in het Midden-Oosten lijden onder de waanzin van de oorlog: ik ben dicht bij jullie, Ik ben bij jou.”

En voegt eraan toe:

“Ik ben bij jullie, gemartelde en uitgeputte Gazanen, die elke dag in mijn gedachten en gebeden zijn.”

De paus richt zich ook tot degenen die hun huis hebben verloren en tot de moeders die hun kinderen hebben zien sterven:

“Ik ben bij allen, die gedwongen hun huizen moesten verlaten, school en werk op geven, ronddwalen op zoek naar een bestemming om aan de bommen te ontsnappen. Ik ben bij jullie, moeders die tranen vergieten als je je kinderen dood of gewond ziet, zoals Maria toen zij Jezus zag.”

De Paus erkent het lijden van de kleintjes en vermeldt dat veel kinderen van hun kindertijd zijn beroofd als gevolg van oorlogsconflicten:

“Ik ben met jullie, kleintjes die de grote landen van het Midden-Oosten bewonen, waar de complotten van de machtigen jullie het recht om te spelen ontnemen.”

Op dezelfde manier hekelt hij het geweld dat uit de ‘hemel’ komt:

“Ik ben bij jullie, die bang zijn om naar de lucht te kijken, omdat er vuur uit de lucht regent.”

Franciscus benadrukt de onverschilligheid van degenen die, ver van het conflict, beslissen over het lot van degenen die lijden:

“Ik ben bij jullie, die geen stem hebben, omdat er veel wordt gesproken over plannen en strategieën, maar weinig over de specifieke situatie van degenen die oorlog voeren, de machtigen die anderen laten vechten; “Op hen wacht echter het onbuigzame oordeel van God.”

De Paus bedankt degenen die volharden in geloof en in de zoektocht naar vrede en benadrukt het voorbeeld dat zij aan de wereld geven:

“Dank u, kinderen van de vrede, omdat u het hart van God troost, gewond door het kwaad van de mens.”

 

De brief eindigt met een zegen, waarin de Paus de bescherming van de Maagd Maria en Sint-Jozef voor de katholieken van het Midden-Oosten afsmeekt en hen verzekert van zijn voortdurende gebed:

“Broeders en zusters in Jezus, ik zegen jullie en omhels jullie met genegenheid, vanuit het hart. Moge de Maagd Maria, Koningin van de vrede, over jullie waken. Moge Sint-Jozef, beschermheer van de kerk, jullie beschermen.