-‘s-GRAVENHAGE- Ieder mens heeft recht op een nationaliteit. Toch heeft Nederland 13.000 als ‘staatloos’ geregistreerde inwoners, en van nog eens 43.000 mensen is de ‘nationaliteit onbekend’. Al jarenlang wordt er gepleit voor een goede regeling om staatloosheid vast te stellen.
UNHCR Nederland, het ASKV/Steunpunt Vluchtelingen en het Institute on Statelessness and Inclusion zijn een petitie gestart.
Je bent ‘staatloos’ als geen enkel land je als onderdaan erkent. Wie in ons land officieel als staatloos staat geregistreerd kan na drie jaar legaal verblijf een aanvraag indienen om tot Nederlander genaturaliseerd te worden en een reisdocument verkrijgen. Dat geldt echter niet voor alle mensen van wie in de Basisregistratie Personen staat vermeld ‘nationaliteit onbekend’. Zij hebben misschien wel een nationaliteit, maar zijn niet in het bezit van documenten waarmee ze dat kunnen bewijzen. En dan zijn er ook nog mensen zonder verblijfsvergunning èn zonder nationaliteitspapieren; zij staan niet in Nederland ingeschreven, mogen hier niet blijven, maar kunnen zonder papieren ook niet naar een ander land.
Mensen zonder nationaliteit kunnen niet volwaardig meedoen in de maatschappij. Ze mogen niet werken, niet trouwen, niet stemmen, kunnen zich niet verzekeren, kunnen niet naar een ander land op vakantie of familiebezoek enz.
Nederland heeft de beide internationale verdragen tegen Staatloosheid ondertekend: het Verdrag betreffende de Status van Staatlozen (1954) en het Verdrag tot Beperking der Staatloosheid (1961). Maar Nederland heeft nog altijd geen wettelijke procedure voor het vaststellen van staatloosheid, hoewel dat een verplichting is die voortvloeit uit deze internationale verdragen. Zowel de VN-vluchtelingenorganisatie (UNHCR) als de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) en het College voor de Rechten van de Mens hebben de Nederlandse overheid in het verleden al gewezen op het ontbreken van nationale wetgeving.
In 2016 lag er een concept-wetsvoorstel, waarop veel kritiek kwam omdat het grotendeels symbolisch zou zijn. Aan het vaststellen van staatloosheid zou namelijk ook een verblijfsrecht moeten worden gekoppeld. In antwoord op kamervragen van GroenLinks heeft de huidige staatssecretaris mw Broekers-Knol in juli 2019 laten weten dat er gewerkt wordt aan een nieuw wetsvoorstel. Inmiddels is de overheid opnieuw op de vingers getikt voor het staatlozenbeleid, o.a. door de VN-rapporteur voor racisme en het VN Kinderrechtencomité.
Intussen wachten duizenden mensen die als ‘staatloos’ of ‘nationaliteit onbekend’ staan geregistreerd op een oplossing, zodat ze volwaardig mee kunnen doen in de maatschappij. Daarom zijn de UNHCR, het ASKV/Steunpunt Vluchtelingen en het Institute on Statelessness and Inclusion een petitie gestart, om de politiek op te roepen een einde te maken aan staatloosheid in Nederland.