- Steeds minder zoogdieren, vogels, amfibieën, reptielen en vissen in het wild
- Gemiddelde afname met 73 procent sinds 1970
- Rampzalige gevolgen voor de biodiversiteit
-Brussel- De aantallen zoogdieren, vogels, amfibieën, reptielen en vissen in het wild zijn sinds 1970 gemiddeld met 73 procent afgenomen. Dat zegt het nieuwste Living Planet Report van het Wereld Natuur Fonds (WWF). In Latijns-Amerika en het Caribisch gebied is maar liefst 95 procent van de dieren verdwenen.
Ondanks enkele succesverhalen over een toename van sneeuwluipaarden, Europese bizons of berggorilla’s in het wild gaat het wereldwijd niet goed met de natuur. Dat zegt WWF en daarmee is de toon van het rapport meteen gezet: “Ecosystemen zoals het Amazonebekken, het Arctisch gebied en koraalriffen dreigen een kantelpunt te bereiken, met mogelijk onomkeerbare veranderingen.”
Kritieke grens
Volgens de auteurs moet de internationale gemeenschap alles uit de kast halen om het tij te keren, want als zo’n kantelpunt een kritieke grens overschrijdt, betekent dat ook een bedreiging voor de mensheid.
Als een populatie onder een bepaald niveau zakt, kan die soort haart rol, zoals bestuiver of begrazer, niet meer vervullen binnen het ecosysteem. Dat ondermijnt dus ook de voordelen die zo’n ecosysteem aan mensen biedt: voedsel, schoon water en de opslag van CO2, bijvoorbeeld.
“We hebben de oplossingen om de natuur tegen 2030 weer op het goede spoor te zetten, maar we moeten nu handelen, voor het te laat is”, waarschuwt Caroline Tsilikounas van WWF-België.
Biodiversiteitscrisis
Het internationale Living Planet Report is een tweejaarlijkse publicatie over het onderzoek naar de trends in de wereldwijde biodiversiteit. De Zoological Society London (ZSL) levert de 35.000 populatietrends van 5495 soorten in de periode van 1970-2020 aan. De Living Planet Index laat zien hoe groot de biodiversiteitscrisis is.
“De succesverhalen over berggorilla’s-populaties en het herstel van natuurgebieden door rivieren meer ruimte te geven, bieden hoop. Ze tonen aan dat de natuur buitengewoon veerkrachtig is – als we haar de kans geven om te herstellen. Maar het moet niet bij regionale successen blijven”, zegt Jelle de Jong van WWF-Nederland. “We kunnen als mensheid niet zonder natuur. Meer natuur is beter voor het klimaat, en een stabiel klimaat is beter voor de natuur.”
Uit de gegevens blijkt dat de afname het grootst is in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied (sinds 1970 een gemiddelde krimp van 95 procent ). In Afrika Afrika gaat het om een afname met 76 procent van alle wilde dieren en in Azië-Pacific met 60 procent.
Tropische gebieden en zoetwatersoorten hebben het meest te lijden onder grootschalige ontbossing, maar ook klimaatverandering, overbevissing en stroperij spelen mee.
Voedselzekerheid
De Amazone is op dit moment een enorme koolstofput voor de aarde. Als het kantelpunt wordt bereikt zou er tot 75 miljard ton koolstof kunnen vrijkomen in de atmosfeer waardoor we de klimaatopwarming nog onmogelijk kunnen beperken tot 1,5 graad Celsius. Het kantelpunt zou wereldwijd schokgolven veroorzaken en onze voedselzekerheid aantasten.
“De situatie in de Amazone is urgent en ook zeer actueel. Dit jaar is het aantal natuurbranden al vroeg in het seizoen ongekend hoog”, zegt Ravic Nijbroek, Head of Science and Impact bij het WWF.
“Als de vernietiging van het Amazonegebied in dit tempo doorgaat, kan het kantelpunt waarop het bos niet langer in staat is zijn essentiële functies te vervullen, sneller worden bereikt dan aanvankelijk gedacht. Dit zou ernstige gevolgen hebben voor de hele planeet, omdat we dan de cruciale voordelen van het Amazonegebied, zoals de klimaatregulering, dreigen te verliezen.”
In de aanloop naar de internationale conferenties rond biodiversiteit en klimaat eind dit jaar – COP16 en COP29 – roept het WWF alle landen op om ambitieuzere nationale plannen voor natuur en klimaat op te stellen en uit te voeren, en om meer publieke en private middelen vrij te maken. Zo kan op grotere schaal gehandeld worden, en kunnen beleid en acties voor klimaat, natuur en duurzame ontwikkeling beter op elkaar afgestemd worden.
“Hoewel de situatie dramatisch is, zijn we nog niet voorbij het point of no return”, zegt Tsilikounas. “We hebben de wereldwijde afspraken en de oplossingen om de natuur tegen 2030 op het pad naar herstel te zetten. Als we de planeet willen herstellen, moeten we nu handelen.”