Steeds minder vlinders, ook afname algemeen voorkomende soorten

Leestijd: 2 minuten

Woensdag 23 april 2025 – 06:17 uur – Bron: Redactie Binnenland/CBS-Vinodh Lalta – Beeld: MB

-Heerlen- Tussen 1992 en 2024 zijn vlinderpopulaties gemiddeld met 56 procent afgenomen. De vlinderstand daalde voor het tiende jaar op rij, en bereikte in 2024 het laagste niveau sinds de start van de tellingen. De laatste jaren worden algemeen voorkomende soorten, zoals het icarusblauwtje en het groot koolwitje, steeds minder waargenomen. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS en De Vlinderstichting.

Sinds 1992 worden vlinders wekelijks geteld op vaste routes, als onderdeel van het Landelijk Meetnet Vlinders. Daarmee kunnen ontwikkelingen in populatiegrootte worden gevolgd van 54 soorten vlinders.

Laagste aantallen dagvlinders sinds start telling

In 2024 waren de getelde aantallen vlinders het laagst sinds de start van het meetnet vlinders. Negen van de 54 onderzochte vlindersoorten, waaronder het zwartsprietdikkopje en het heideblauwtje, kenden de laagste aantallen sinds 1992. Van het hooibeestje werden de hoogste aantallen geteld sinds 1992. Over de hele periode gaan 30 soorten vlinders in aantal achteruit en 12 soorten vooruit.

Het donker pimpernelblauwtje – een Europees beschermde soort – is helemaal niet meer gezien, de soort lijkt uit Nederland te zijn verdwenen.

Sterke afname veelvoorkomende soorten als icarusblauwtje

De vijftien algemeenste dagvlinders van Nederland, waaronder het icarusblauwtje en het groot koolwitje, zijn in de afgelopen tien jaar met ruim 35 procent afgenomen. Juist deze algemene soorten vervullen door hun hoge aantallen een belangrijke rol in de natuur, bijvoorbeeld als bestuivers van bloemen en als voedselbron voor andere diersoorten.

Over de hele periode gaan negen van deze veelvoorkomende soorten in aantal achteruit en drie soorten vooruit.