In week 52 registreerde het RIVM 105 overleden COVID-19-patiënten (stand 5 januari), in heel december (week 48 tot en met 52) 1 355.
Sterfte bij Wlz-zorggebruikers in week 52 iets hoger dan verwacht
Zowel bij Wlz-zorggebruikers, zoals bewoners van verpleeghuizen en gehandicaptenzorginstellingen, als in de overige bevolking lag de sterfte in week 52 wel boven verwacht maar er is geen oversterfte meer. Er overleden ongeveer 1 300 Wlz-zorggebruikers in die week, 50 meer dan verwacht. In de overige bevolking overleden in week 52 ruim 2 200 mensen, 200 meer dan verwacht. In heel december was de sterfte in beide groepen hoger dan verwacht. Er overleden in december ruim 1 900 Wlz-zorggebruikers meer dan verwacht voor deze periode, in de overige bevolking overleden bijna 2 400 meer mensen.
In week 52 geen oversterfte bij 80-plussers
In week 52 overleden naar schatting ruim 1 900 mensen van 80 jaar of ouder, vrijwel gelijk aan de verwachte sterfte voor die week, er was geen oversterfte meer. Dat was in de eerdere weken van december nog wel het geval. In totaal waren er die maand ruim 2 550 meer sterfgevallen bij 80-plussers dan verwacht.
Onder 65- tot 80-jarigen was er elke week van december oversterfte. In week 52 overleden naar schatting ruim 1 100 mensen in deze leeftijdsgroep, 150 meer dan verwacht. In de maand december overleden ruim 1 300 meer mensen tussen 65 en 80 jaar dan verwacht.
In week 52 was er oversterfte bij mensen jonger dan 65 jaar. Er overleden naar schatting ruim 450 mensen, ongeveer 50 meer dan verwacht voor deze leeftijdsgroep. In elke week van december was er oversterfte, met in totaal 400 meer sterfgevallen bij mensen jonger dan 65 jaar dan verwacht.
Meeste oversterfte in Zeeland
In alle provincies overleden in december meer mensen dan verwacht. Relatief gezien was de meeste oversterfte in Zeeland, daar overleden 55 procent meer mensen dan voor december verwacht in deze provincie. Ook in Limburg (43 procent) en in Flevoland (42 procent) was de oversterfte duidelijk hoger dan voor Nederland als geheel. Noord-Holland en Groningen hadden met 19 respectievelijk 20 procent de laagste oversterfte.