Het gaat om een toren met een doorsnee van 5 bij 3,5 meter, welke als observatie en vuurtoren voor licht en rooksignalen diende, aldus de IAA.
De toren werd gemaakt van grote rotsblokken met een gewicht van 8 ton. De onderzoeken wijzen uit dat de toren gebouwd moet zijn rond 701 voor Christus, toen de Assyrische Koning Sanherib op riep tot een strafexpeditie en naar het westen trok, het veroveren van Jeruzalem liep fout, maar het zuidelijke Rijk kwam wel onder zijn toezicht.
De ontdekte toren lag op een verhoogde plek en behoorde volgens archeologen tot een keten van uitkijk- en wachttorens bij de steden Lachisch, Beit Mirsham en Tel Eton. Via deze torens konden, zoals ook in de Bijbel reeds beschreven, de Israeliten met vuur of rooksignalen snel boodschappen over een lange afstand verzenden. De torens maakten tevens een uitzicht van de heuvels van Hebron in richting van de kust en Aschkelon mogelijk, waar de vijandelijke Filistijnen huisden.
Bron: KNA