Het is volgens het SCP belangrijk dat kritische burgers niet afhaken. Daarom moet de overheid laten zien dat ze luistert, betrouwbaar is, keuzes uitleggen en daarnaar handelen – al is dat niet gemakkelijk met de grote uitdagingen waar het kabinet voor staat.
Het vertrouwen in de Tweede Kamer en de regering is laag. Uit het Continue Onderzoek Burgerperspectieven (COB) van het SCP blijkt dat ongeveer de helft van de Nederlanders geen of weinig vertrouwen heeft in de politiek: 50% heeft voldoende vertrouwen in de regering en 51% heeft voldoende vertrouwen in de Tweede Kamer. Waar het vertrouwen bij de start van een nieuw kabinet normaal opveert, is dat nu niet het geval: ook na het aantreden van het nieuwe kabinet-Rutte IV bleef het vertrouwen erg laag. Daarbij zijn de verschillen groot: aanhangers van regeringspartijen VVD en D66 gaven de regering gemiddeld het rapportcijfer 6,9 en 6,3. Aanhangers van PvdA/GroenLinks gaven een 5,5 en aanhangers van PVV/Forum voor Democratie een 2,8.
Tevreden over democratie
Ondanks het lage vertrouwen, is ongeveer 70% van de Nederlanders tevreden met de manier waarop de democratie functioneert. Nederlanders waarderen vooral vrije verkiezingen en de vrijheid van meningsuiting. Toch zien de meeste mensen ruimte voor verbetering. Vooral bij de politiek: die zou beter moeten luisteren, leren van fouten en eerlijker moeten zijn. Een veelgehoorde klacht over het functioneren van het systeem is dat er te veel partijen zijn. Men vreest dat deze versplintering in het politieke landschap de samenwerking en doelmatigheid van zowel het kabinet als de oppositie vermindert.
Stemming in Nederland
Hoe gaat het met Nederland? De grootste groep (49%) van de ondervraagden vindt het de verkeerde kant uitgaan. Een minderheid (19%) vindt het wel de goede kant opgaan met Nederland, de rest neemt een middenpositie in of geeft geen antwoord. Dat beeld is niet nieuw: de afgelopen jaren overheerste pessimisme bij de ondervraagden over welke kant het op gaat met Nederland.
Gevraagd naar de belangrijkste maatschappelijke problemen noemt men naast de politiek ook de zorg en corona, al zijn die minder dominant dan voorheen. Andere veelgenoemde problemen zijn de manier van samenleven, de groeiende inkomensverschillen en de wooncrisis. Ook wijzen mensen naar de hoge inflatie en de stijgende kosten van het levensonderhoud, vooral mensen met een kleine portemonnee.
Op de vraag wat mensen juist wel goed vinden gaan in Nederland, noemt men onder andere de kwaliteit van de gezondheidszorg, de saamhorigheid en het hoge welvaartsniveau in Nederland. In de focusgroepen van mei 2022 is ook de solidariteit met Oekraïne genoemd als positief punt. Uit die gesprekken bleek verder dat de oorlog in Oekraïne en de gevolgen ervan mensen bezighoudt.
Vertrouwen houden door betrouwbaar te zijn
Laag vertrouwen in de politiek is niet per definitie een probleem. In een democratie horen burgers de politiek immers kritisch te volgen. Problematischer wordt het als mensen afhaken of zich actief gaan verzetten. Bijvoorbeeld omdat hun wantrouwen structureel is of omdat zij er niet meer in geloven dat de politiek bij machte of de juiste partij is om problemen op te lossen. Uit dit onderzoek blijkt dat de grootste groep Nederlanders nog steeds is aangehaakt en dat Nederlanders over het algemeen tevreden zijn met hoe de democratie functioneert. Daar staat wel een kritische houding tegenover: ook van mensen die de Tweede Kamer en de regering wel een voldoende geven.
De politiek staat volgens het SCP daarom het komend jaar voor een moeilijke en belangrijke opgave: laten zien dat ze bereid zijn het gesprek aan te gaan, goed te luisteren en ook verantwoording af te leggen over de beslissingen. Daarnaast ligt er een grote uitdaging voor de politiek en overheid om concrete resultaten te boeken op een aantal complexe maatschappelijke uitdagingen zoals de woningmarkt, de opvang en integratie van asielzoekers, de stikstofcrisis en de hoge kosten van het levensonderhoud. Dat vraagt om samenhangende keuzes en daar verantwoording over afleggen en een manier van werken waarbij rechtvaardigheid, betrouwbaarheid en integriteit in het handelen van de overheid voorop staat.