-Vaticaanstad- Het Vaticaan heeft berichten in de media bevestigd dat de Peruaanse kardinaal Luis Cipriani (81) zijn thuisland moest verlaten vanwege een bevel uit Vaticaanstad. De directeur van de perskamer van het Vaticaan, Matteo Bruni, bevestigde dit vanochtend via het portaal ‘Vatican News’. Het verblijfsverbod is nog steeds van kracht, hoewel het in sommige gevallen is opgeschort vanwege familiale of leeftijdsgerelateerde redenen, aldus Bruni.
Bruni ging niet in op de redenen voor de berisping. De Spaanse krant ‘El Pais’ maakte eerder melding van een beschuldiging van misbruik tegen de kardinaal, die behoort tot de rooms-katholieke organisatie ‘Opus Dei’ en van 1999 tot 2019 aartsbisschop was in de Peruaanse hoofdstad Lima. Volgens de krant zou de zaak in 1983 hebben plaatsgevonden. Nadat de Heilige Stoel in 2018 op de hoogte was gebracht van de beschuldiging, legde het Vaticaan sancties op aan de kardinaal na zijn leeftijdsgebonden aftreden in 2019, waaronder de eis van Cipriani om zijn thuisland Peru per omgaande te verlaten.
Bruni bevestigt nu dat de kardinaal, nadat hij zijn ontslag als aartsbisschop van Lima had aanvaard, “een strafrechtelijk bevel kreeg opgelegd met een reeks disciplinaire maatregelen met betrekking tot zijn openbare activiteiten, verblijfplaats en gebruik van regalia.” De maatregel in kwestie werd “ondertekend en aanvaard” door Cipriani.
Cipriani voelt zich onterecht beschuldigd
De 81-jarige Cipriani, die inmiddels in Madrid woont, omschreef de beschuldigingen in een verklaring als vals. “Ik heb geen misdaad begaan, noch heb ik iemand seksueel misbruikt in 1983, noch daarvoor, noch daarna”, zei de kardinaal in een zondag gepubliceerde tekst.
In 2018 was er een klacht tegen hem. Maar toen werd hij in 2019, zonder enige canonieke procedure, door de ambassadeur van de Paus in Peru geïnformeerd dat de Congregatie voor de Geloofsleer een reeks sancties tegen hem had opgelegd. Deze omvatten beperkingen op het priesterambt, permanent verblijf buiten het land Peru en terughoudend jegens de pers en onthouding van publieke optredens.