Leestijd: 2 minuten

Het besluit over de vermeende verschijning van de ‘Vrouwe van alle Volkeren’ werd al in 1974 genomen, maar is nu pas gepubliceerd.

🔊 Lees voor  -Vaticaanstad/Amsterdam- Gisteren, 11 juli kondigde de Dicasterie voor de Geloofsleer een beslissing aan over de vermeende verschijningen van ‘Onze Lieve Vrouw van alle Volkeren’ in Amsterdam, via de Vaticaanse perskamer. De beslissing was al in maart 1974 genomen en goedgekeurd door toenmalig Paus Paulus VI, maar was tot nu toe niet openbaar gemaakt.

Echter, met het oog op de aanhoudende Vaticaanse bedenkingen over de vermeende verschijningen en openbaringen van Maria in de jaren 1945-1959 in Amsterdam en de daarmee samenhangende verering van de ‘Vrouwe van alle Volkeren’, publiceert de Dicasterie voor de Geloofsleer nu het resultaat van de bijeenkomst van de onderzoekscommissie van de toenmalige Heilige Congregatie voor de Geloofsleer van 27 maart 1974 over de zogenaamde verschijningen.

Vervolgens komen er twee oordelen op tafel, welke unaniem waren, omdat het begrip ‘omnes’ gebruikt wordt. Het ‘leerstellig oordeel’ luidt: “constat de non supernaturalitate”. Er wordt dus gesteld dat de vermeende verschijningen geen bovennatuurlijke fenomenen zijn. Het tweede oordeel verwijst naar mogelijke aanvullende onderzoeken, maar deze werden afgewezen. De eindconclusie werd op 5 april 1974 voorgelegd aan Paus Paulus VI en door hem goedgekeurd.

In Amsterdam zou een eucharistisch wonder hebben plaatsgevonden. De Amsterdamse Ida Peerdeman deelde mee dat Maria aan haar was verschenen en zich voorstelde onder de naam ‘Vrouwe van alle Volkeren’. Peerdeman verklaarde dat Maria tussen 1945 en 1959 in totaal 56 keer aan haar was verschenen. Maria had haar verschillende gebeurtenissen voorspeld, waaronder de dood van Paus Pius XII in 1958. Aan de hand van de beschrijvingen van Peerdeman is er een beeld gemaakt dat bewaard wordt in een kapel in Amsterdam, (zie foto links)

In 1956 verklaarde Johannes Huibers, de toenmalig bisschop van Haarlem-Amsterdam, dat hij geen bewijs had gevonden voor een bovennatuurlijke oorsprong van de verschijningen (“non constat de supernaturalitate”). Het Vaticaan nam deze conclusie over in 1972 en 1974. In 2002 erkende Jos Punt, de toenmalig bisschop van Haarlem-Amsterdam, de verschijningen als bovennatuurlijk zonder eerst het Vaticaan te raadplegen.

In december 2021 publiceerde Johannes Hendriks, de huidige bisschop van Haarlem-Amsterdam, een verklaring over de verschijningen na raadpleging met het Vaticaan. Hij verklaarde dat het Vaticaan de term “Vrouwe van alle Volkeren” “theologisch aanvaardbaar” acht, maar dat dit geen enkele erkenning van de verschijningen als bovennatuurlijk impliceert.

Deze verdui­de­lij­king was reeds opgeno­men in de ver­kla­ring van de bis­schop en zijn “Toelich­ting en pas­to­raal woord” van 30 de­cem­ber 2020, die met de Di­cas­te­rie was afgestemd. Deze beves­tigt dit nog­maals.