Van Straaten, oprichter van de hulporganisatie ‘Kerk in Nood’, die in de naoorlogse periode beroemd werd als ‘spekpater’ en succesvolle fondsenwerver, wordt in 1973 beschuldigd van het seksueel misbruiken van een jonge vrouw. Volgens een rapport in het Duitse magazine ‘Christ & Welt’ werden decennia later aanzienlijke bedragen aan schadevergoeding aan slachtoffers betaald. Het gaat daarbij in ieder geval om twee bedragen ter grootte van 20.000 en 16.000 Euro.
De procureur-generaal van de Premonstratenzer Orde, Bernard Ardura, zei dat er nooit een initiatief is genomen om de populaire Pater zalig te verklaren. Ardura gaf geen commentaar op de aantijgingen tegen van Straaten. In de Romeinse Congregatie voor Heiligverklaring werd verklaard dat de autoriteit nog nooit een dergelijke procedure heeft geopend, noch hierover is gecontacteerd.
Gewoonlijk kan een Zaligverklaring pas vijf jaar na iemands dood beginnen; in het geval van Straatens zou dat 2008 zijn geweest. Volgens het bericht in ‘Christ & Welt’ waren de aantijgingen tegen hem in het Vaticaan en bij ‘Kerk in Nood’ al tien jaar bekend.