Vaticaans Hof bevestigt de veroordeling van Becciu, Mincione en Torzi wegens verduistering van geld van de Heilige Stoel

Leestijd: 2 minuten

Donderdag 31 oktober 2024 – 11.05 uur – Bron: Redactie Kerk/KNA/VN/ADN – Beeld: Edward Lich

-Vaticaanstad- Het Vaticaanse Gerechtshof heeft in een uitspraak van meer dan 700 pagina’s de veroordeling bekrachtigd van hoge kerkelijke en financiële functionarissen die betrokken zijn bij ernstige misdrijven als corruptie en verduistering van geld. Onder de misdaden vallen de risicovolle investeringen van Mincione, de afpersingen van Torzi en de overdracht van geld van kardinaal Becciu naar de coöperatie van zijn broer op.

Gisteren presenteerde het Vaticaanse Hof een uitgebreid document van vele honderden pagina’s waarin de basis van het vonnis, oorspronkelijk uitgesproken in december 2023, werd beschreven en waarin de veroordelingen van bijna alle verdachten inzake corruptie werden bevestigd alsook de verduistering van gelden. Het onderzoek en de rechtszaak, die 86 hoorzittingen omvatten.

De rechtbank, voorgezeten door Giuseppe Pignatone, veroordeelde kardinaal Giovanni Angelo Becciu en financier Raffaele Mincione van verduistering, Enrico Crasso van witwassen, en Gianluigi Torzi en Nicola Squillace van zware fraude, terwijl Torzi zich ook schuldig maakte aan afpersing. Becciu en zijn medewerker Cecilia Marogna werden veroordeeld wegens ernstige fraude. De rechtbank benadrukt dat, hoewel sommige beklaagden geen direct persoonlijk voordeel nastreefden, de schending van prudentiële normen en het gebrek aan transparantie bij het gebruik van kerkelijke fondsen doorslaggevend waren voor de straf.

Hervormingen en wettelijke garanties

De uitspraak benadrukt de wetshervormingen die sinds 2010 in het Vaticaan zijn doorgevoerd om zich aan te passen aan de internationale transparantienormen. Deze hervormingen waren van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat degenen die binnen de Heilige Stoel opereren, de gerechtigheid niet kunnen ontlopen. In reactie op de beschuldigingen van schending van rechten verduidelijkte de rechtbank dat het Vaticaan een eerlijk proces, het vermoeden van onschuld en het recht op verdediging respecteert, principes die gedurende het gehele gerechtelijke proces aanwezig waren.

Verduistering en de rol van Becciu

De uitspraak analyseert ook diepgaand de aard van het misdrijf van verduistering, en verduidelijkt dat dit misdrijf zelfs plaatsvindt als de verdachte geen directe voordelen verkrijgt. In het geval van Becciu was zijn beslissing om kerkelijke gelden te investeren in een riskant Mincione-fonds, hetgeen in strijd was met de eisen van voorzichtigheid en de oriëntatie op het behoud van erfgoed, vereist door de Vaticaanse regelgeving. Becciu, die de investering voorstelde op basis van zijn persoonlijke relatie met de zakenman, liet de aanzienlijke risico’s weg die deze investering voor de Heilige Stoel met zich meebracht.

De aankoop van het London Palace en de betrokkenheid van Torzi

Een ander relevant punt is de aankoop van het gebouw aan Sloane Avenue, Londen, waarin Gianluigi Torzi de aandelen overdroeg aan de minister, terwijl hij de zeggenschap over de stemgerechtigde aandelen behield. Door deze manoeuvre kon Torzi nog eens £ 40 miljoen eisen, wat de rechtbank beschouwt als afpersing en verergerde fraude, waarbij de minister van Buitenlandse Zaken werd gemanipuleerd door frauduleus advies van advocaat Squillace, die ook werd veroordeeld.

Fondsen voor Marogna en de Becciu-coöperatie

Daarnaast werd vastgesteld dat het geld van 600.000 euro dat aan Cecilia Marogna was gegeven, bedoeld voor de vrijlating van een in Mali ontvoerde non, werd gebruikt voor persoonlijke uitgaven. De rechtbank concludeerde dat het gebrek aan controle en extra betalingen aan een Marogna-bedrijf dat geen verband hield met de oorspronkelijke missie een ernstig gebrek aan transparantie aan de kant van Becciu vormden.

Ten slotte werd het geven van geld aan een coöperatie beheerd door de broer van Becciu beoordeeld als verduistering, wat in strijd is met de canonieke en Vaticaanse normen en wetten, aangezien het zonder officiële toestemming werd uitgevoerd, ook al was het geld bestemd voor liefdadigheidsprojecten.