Kort vóór 1165 besloten Cisterciënzerbroeders van een uit Frankrijk afkomstig klooster hier een nieuw klooster op te richten. Zij bouwden vlakbij het huidige Friese Rinsumageest de eerste bakstenen gebouwen sinds het vertrek van de Romeinen (begin vijfde eeuw). Het klooster was gelegen op een vier meter hoge terp en de omliggende kleigrond was geschikt om bakstenen van te maken. Dit werden kloostermoppen genoemd.
[/caption] Halverwege de veertiende eeuw liepen er zo’n zevenhonderd Monniken rond op het kloosterterrein, dat werd uitgebreid tot zestig hectare. Schiermonnikoog, dat ook in handen van klooster Klaarkamp was, dankt zijn naam aan het klooster vanwege de grijze pijen (schier = grijs) welke de Monniken droegen. In de zestiende eeuw, tijdens de tachtigjarige oorlog, werd het klooster ontmanteld en steen voor steen afgebroken. De Friese Staten waren bang dat Klaarkamp door de Spanjaarden gebruikt zou worden als aanvalsbasis.
Rijksmonument
Van het klooster Klaarkamp is bovengronds nauwelijks nog iets aanwezig. De oude terp waarop het allemaal begon is helemaal afgegraven. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft zich er, samen met de gemeente Dantumadiel en Staatsbosbeheer, voor ingezet om het grote kloostercomplex aan te wijzen als rijksmonument.