-WOLFSBURG- Volkswagen stopt wereldwijd de productie van de Kever/Beetle. De laatste auto van het door Adolf Hitler opgestarte project, dat overigens meermaals een facelift kreeg in de voorbije decennia, zal in juli volgend jaar in Mexico de fabriekshallen uitrijden.
Helemaal zeker is de definitieve stop nog niet, want er wordt nog steeds nagedacht over een nieuwe kever, maar dan electrisch. Dat die kans er in zit blijkt uit het feit dat de legendarische VW-bus (een nederlandse vinding) binnenkort als e-busje op de markt komt in retrolook, dus het kan allemaal.
Voorgeschiedenis
De Kever was een combinatie van ideeën, die door Ferdinand Porsche – die van Adolf Hitler opdracht kreeg een auto voor het volk te maken – werden samengebald. Grote delen van de auto zijn echter niet door Porsche, maar door Béla Barényi en/of Erwin Komenda ontworpen. Beiden claimen de originele bedenker van het concept te zijn. Volgens anderen zou de Hongaarse Jood Josef Ganz de ontwerper zijn.[1][2]Het blijft vooralsnog onduidelijk wie de werkelijke bedenker was van het concept “Kever”.
De kenmerkende viercilinderboxermotor van de Kever, die achterin de auto is geplaatst, werd ontworpen door Franz Reimspiess. Hitler maakte het mogelijk tot productie over te gaan (zie: Kraft durch Freude), maar door de oorlogsindustrie was er weinig mogelijkheid om de Kever als volksauto te introduceren. Het concept werd meer als propagandamiddel gebruikt. Pas na de oorlog kwam de productie echt van de grond.
De eerste prototypen hadden geen achterruit. Bij het testen werd hierover geklaagd en werden er twee kleine ruitjes geplaatst. De ruitjes leken een beetje op de glazen van een bril, en daarom worden de eerste Kevers wel Brilkevers genoemd.
Wolfsburg
Na de Tweede Wereldoorlog kwamen de Volkswagenfabriek en de “Stadt des KdF-Wagens” in het Britse gedeelte van Duitsland te liggen. De Britse majoor Ivan Hirst liet de autoproductie hervatten voor de herstelbetaling. De plaatsnaam werd veranderd in Wolfsburg, naar het nabijgelegen slot. De fabrieksnaam werd Wolfsburg Motor Works (een naam die zou zijn gebaseerd op een verkeerde vertaling van Bayerische Motoren Werke).[bron?] Later noemde men het bedrijf Volkswagen. In 1948 werd Heinz Nordhoff directeur.
Productie
Aanvankelijk werden de auto’s verkocht aan nutsbedrijven. Niet lang daarna begon men de verkoop in Duitsland en dat werd een enorme hit, want in heel Duitsland werd de Kever ineens immens populair. Dat was de aanleiding voor de export. Men nam het dealerwerk over van Adler. Een van de eerste exportlanden was Nederland, waar Ben Pon de auto’s importeerde. De exportmodellen waren vaak beter aangekleed. Ben Pon schetste na het zien van een transportwagentje op basis van een Typ 1-bodemplaat in 1947 een busje: de Typ 2.
Voordat de export naar de Verenigde Staten van Amerika was opgezet, waren de belangrijkste afzetmarkten Zweden en het Verenigd Koninkrijk.
Verbeteringen
In het begin van de jaren vijftig werd de achterruit 50% groter. Kevers van dit type noemt men vaak Ovaaltje. De achterruit zou nog een keer vergroot worden en werd ook iets rechthoekiger. De Kever werd met de jaren steeds een klein beetje veranderd, zodat Kevers uit 1949 en uit 1970 nog maar één onderdeel gemeen hadden: de rubber afdichtstrip van de motorklep.[bron?]
De cilinderinhoud van de motor werd geleidelijk aan vergroot van 1100 cc tot 1584 cc. Het vermogen en de topsnelheid namen daarmee aanzienlijk toe. De veiligheid werd ook verbeterd, bijvoorbeeld door de toepassing van grotere bumpers, grotere koplampen, richtingaanwijzers, betere remmen en grotere achterlichten.
Superbeetles
De grootste verandering werd doorgevoerd in de jaren zeventig. Tussen augustus 1970 en januari 1980 zijn er naast de “gewone” kever ook de 1302- en 1303-modellen gebouwd, die Volkswagen zelf (vooral in Amerika) Superbeetles noemde. De 1302 (sedan en cabriolet) is slechts twee jaar (van augustus 1970 tot en met juli 1972) gebouwd. De 1303 sedan is gebouwd van augustus 1972 tot en met juli 1975 en de 1303 cabriolet tot en met januari 1980.
Een paar opvallende wijzigingen die Volkswagen in deze modellen heeft doorgevoerd zijn de voorwielophanging met MacPherson-veerpoten, een kortere draaicirkel (hoewel de wielbasis 20 cm langer is) en een bijna verdubbelde bruikbare bagageruimte (260 liter in plaats van 140 liter) onder de voorklep. Dit laatste was te danken aan de betere positionering van het reservewiel, dat in een Superbeetle plat wordt neergelegd. Dit is mogelijk doordat er geen vooras in de weg zit. Het 1303-model heeft een opvallende bolle voorruit die 42% groter is dan die van zijn voorganger.
Weltmeister
In 1972 verbrak de Kever het record van de T-Ford als meest geproduceerde auto. Ter gelegenheid van dit record werd er een speciale uitvoering gebouwd, de Weltmeister. Deze Kever is geproduceerd tussen 19 februari en 31 maart 1972 (ca. 5000-6000 stuks). Kenmerken zijn de 1300-motor, Marathon metallic, Weltmeistervelgen, achteruitrijlichten, achterruitverwarming en speciale bekleding.
Het einde
Van de Volkswagen Kever zijn in totaal 21 529 464 exemplaren gebouwd. De Kever was hiermee in 2003 de op één na meest verkochte wagen ter wereld (na de Volkswagen Golf). De laatste klassieke Volkswagen Kever werd gebouwd op 30 juli 2003 in Puebla, Mexico. De laatste komt uit de serie ‘Última Edición’, die in een beperkte oplage van 3000 exemplaren werd gebouwd in de kleuren blauw en beige. Deze editie was uitgevoerd met een 46 pk-injectiemotor en standaard voorzien van een radio-cd-speler en alarm en was alleen beschikbaar voor de lokale (Mexicaanse) markt. Toch zijn er honderden exemplaren in het buitenland (Europa, Japan, VS en Australië) terechtgekomen bij liefhebbers die deze zelf importeerden. De productie van de Kever is stilgezet, maar er worden nog wel bouwpakketten verscheept vanuit Mexico en onderdelen blijven nog zeker tien jaar leverbaar.
De productie in Duitsland was al gestopt in 1978. De laatste Kever kwam uit de fabriek in Emden. Het model werd vervangen door de in 1974 geïntroduceerde Volkswagen Golf.
De New Beetle
Van de Volkswagen Kever werd in 1948 een tweezits cabrioletversie gepresenteerd. Bij deze uitvoering, ontworpen door carrosseriebouwer Hebmüller, werd het dak in een ruimte tussen de twee stoelen en het motorcompartiment gevouwen. Hebmüller kreeg een order voor 2000 exemplaren. Nadat hiervan 696 stuks waren afgeleverd legde een brand de fabriek grotendeels in de as. De productie werd nog wel hervat, maar in totaal werden slechts 750 exemplaren gebouwd voordat de fabriek in 1952 wegens financiële problemen werd gesloten. Tegenwoordig zijn Hebmüller Kevers een fortuin waard.
Daarna werd de Volkswagen Kever Cabrio geproduceerd door carrosseriebouwer Karmann in Osnabrück. Karmann bouwde een vierzitsuitvoering. Omdat het dak nu niet achter de voorstoelen kon verdwijnen, werd het op de carrosserie opgevouwen, net als de kap van een kinderwagen. Op basis van de Kever bouwde Karmann van 1955 tot 1979 ook de Volkswagen Karmann Ghia.
Bron: VW/PON/Wikipedia Foto: Pixabay