- Bosbrandseizoen nadert piek
- Extreme branden zijn vrij recent fenomeen
- Ze kunnen ‘eigen weer’ creëren
- Drastische maatregelen nodig in hotspots zoals West-Canada
-Newcastle- Na meer dan een jaar van recordhitte nadert het hoogtepunt van het bosbrandseizoen in grote delen van onze groene planeet. Wat betekent dat voor mens en natuur? “Zelfs bomen stoppen met ademen als reactie op de rook”, zeggen experts.
Veel ecosystemen zijn geëvolueerd om regelmatige branden te weerstaan en sommige worden er zelfs door gevoed – denk aan planten die vlammen nodig hebben om zich te kunnen voortplanten. Maar door de stijgende temperaturen op aarde zijn er ook nieuwe branddynamieken ontstaan. Dit maakt het leven niet alleen gevaarlijker, het wakkert ook de klimaatopwarming aan.
“Het voelt alsof we eraan gewend raken dat de aarde in brand staat”, zeggen Víctor Fernández García (Université de Lausanne) en Cristina Santín (Swansea University), ecologen en experts in natuurbranden. Volgens hun nieuwe onderzoek is dit een vrij recent fenomeen: extreme bosbranden, zoals die waarbij eerder in 2024 meer dan 130 mensen omkwamen in Chili, komen twee keer zo vaak voor en zijn dubbel zo destructief vergeleken met twee decennia geleden.
De uitstoot van fossiele brandstoffen is in dezelfde periode met meer dan een derde gestegen. De verbranding van steenkool, olie en gas is de belangrijkste reden dat de wereld vaker, intenser en langer in brand staat. Klimaatverandering heeft de typische droge gebieden die vatbaar zijn voor bosbranden nóg droger gemaakt en de kans op extreme hittegolven vergroot. Veeteelt en ontbossing zijn ook belangrijke oorzaken.
Droge bliksem
Maar er is meer aan de hand. “Als branden groot en heet genoeg worden, kunnen ze hun eigen weer creëren”, zegt Kyle Hilburn, een atmosferisch wetenschapper aan de Colorado State University.
Wetenschappers ontdekten pas eind jaren negentig dat branden onweersbuien kunnen voortbrengen, zegt Hilburn. Zijn onderzoek, waarbij hij gebruik maakte van een vloot satellieten die in 2017 werden gelanceerd, heeft aangetoond dat de ‘pyrocumuluswolken’ die deze onweersbuien veroorzaken veel voorkomen.
Brandende vegetatie warmt de lucht aan de grond op. Die lucht stijgt op en laat een leegte achter die door koude lucht wordt opgevuld. Als warme lucht blijft opstijgen, condenseert ze uiteindelijk tot wolken en bevriest een deel ervan. Vloeibare en bevroren deeltjes botsen tegen elkaar en genereren een lading die door de bliksem wordt geneutraliseerd.
De uitgedroogde atmosfeer boven een wildvuur produceert misschien geen regen, maar de ‘droge bliksem’ die erdoor ontstaat, zaait nieuwe branden in droog gras en struikgewas. De lucht die opstijgt uit een wildvuur wordt ook gegeseld door winden die ‘vuurwervelingen’ kunnen maken: vlammende wervelingen die lijken op tornado’s die hete as verstrooien en het vuur verder verspreiden.
Rook tot aan poolcirkel
Branden veroorzaken meer branden vanwege hun invloed op het lokale klimaat. Hetzelfde geldt op wereldschaal: als bossen branden, komt de koolstof vrij die ze tijdens hun groei hebben opgeslagen. Meer koolstof in de lucht betekent meer klimaatverandering; meer klimaatverandering betekent meer branden en meer koolstof in de lucht.
Rusland meldt dat de omvang van de bosbranden deze zomer met 50 procent is toegenomen, nu enorme bosbranden rook verspreiden tot aan de poolcirkel. In het uiterste noorden van Europa, Azië en Noord-Amerika ligt het boreale woud, een van de grootste koolstofputten op aarde.
“In de laatste duizenden jaren heeft het ongeveer 1 biljoen ton koolstof uit de lucht gehaald en opgeslagen in de bomen en de bodem”, zeggen Natascha Kljun en Julia Kelly, milieuwetenschappers aan de Universiteit van Lund in Zweden.
Kljun en Kelly stellen dat computersimulaties van het klimaat op aarde de bijdrage van deze bosbranden aan de opwarming van de aarde onderschatten. Volgens hun onderzoek naar het Zweedse boreale bos, gaat de CO2-uitstoot van verbrande gebieden nog jaren door nadat de vlammen zijn gedoofd.
Strenge regulering
Zelfs met een opwarmende atmosfeer die bossen in tondeldozen verandert, zouden veel bosbranden niet ontstaan zonder mensen die ze aansteken. Sommige branden zijn een kwestie van nalatigheid, zoals vonken van oude hoogspanningskabels.
In Zuid-Afrika kunnen landeigenaren die geen brandgangen aanleggen, aangeklaagd worden voor het oncontroleerbaar laten woeden van bosbranden. Tracy-Lynn Field, professor milieurecht aan de Universiteit van Witwatersrand, gelooft dat dit een krachtige maatregel kan worden om het aantal branden dat uitbreekt te beperken.
Zulke ingrijpende regulering kan nodig zijn in hotspots in het westen van Canada – en niet alleen om milieuredenen.
“Terwijl de uitstoot van de meeste vervuilingsbronnen de afgelopen twintig jaar is afgenomen, is de blootstelling van Canadezen aan de rook van bosbranden met ongeveer 220 procent toegenomen”, zeggen gezondheidswetenschappers Stephanie Cleland en Ryan W. Allen van de Simon Fraser University.
Gezondheidsexperts bestudeerden ooit de effecten van de rook van bosbranden – bijvoorbeeld hoe een blootstelling van een paar dagen astma kan verergeren. Nu gemeenschappen maandenlang gure lucht inademen onder een smogachtige hemel, zijn onderzoekers bang voor grimmiger gevolgen: verminderde longfunctie, hoger risico op dementie en vroegtijdige sterfte.
Bomen houden adem in
Langdurige blootstelling aan de rook van bosbranden is op veel plaatsen een groeiend probleem voor de volksgezondheid. Maar niet alleen wij hebben moeite met ademhalen.
“Het blijkt dat planten een beetje op een soortgelijke manier reageren op bosbranden”, constateren Delphine Farmer en Mj Riches, experts in scheikunde en plantkunde aan de Colorado State University. “Sommige bomen sluiten hun ramen en deuren en houden hun adem in.”
Farmer en Riches ontdekten bij toeval dat ponderosa-dennen in Colorado bladporiën, huidmondjes genaamd, afsloten als reactie op de rook van bosbranden. De bomen stopten daadwerkelijk met ademen, waardoor de fotosynthese die hen in leven houdt werd gestopt.
De langetermijngevolgen van rokerige lucht in bossen zijn nog onduidelijk. Maar net als bij blootstelling van mensen zou de prognose wel eens heel slecht kunnen zijn.
Deze analyse verscheen oorspronkelijk bij The Conversation