Wat kan je doen als je kinderen in de ban zijn van de manosfeer

Leestijd: 5 minuten

Vrijdag 11 april 2025 – 12:22 uur – Bron: Redactie Kerk/IPS/The Conversation – Beeld: James English

-Cambridge- De succesvolle Britse miniserie Adolescence heeft de ‘manosfeer’ tot een thema gebombardeerd bij veel ouders van jonge kinderen, en met name jongens. Annabel Hoare doet onderzoek naar geweld in de relationele sfeer en geeft tips voor ouders over hoe je dit thema bespreekbaar kunt maken.

De serie Adolescence (op Netflix) heeft, samen met de bezorgdheid over de invloed van misogyne influencers zoals Andrew Tate, de term “manosfeer” op het publieke forum gebracht.

Veel ouders – vooral die van jonge jongens – zijn bang dat ze niet voldoende weten waar hun kinderen online aan worden blootgesteld. Ik doe onderzoek naar radicale online vrouwenhaat en naar de paden waar jongeren deze fora en ruimtes tegenkomen.

Dit is wat ouders volgens mij moeten weten over de inhoud ervan.

Wat is de manosfeer?

De manosfeer is een netwerk van gemeenschappen die online inhoud creëren, consumeren en verspreiden die gericht is op mannen en jongens. Het omvat meerdere groepen die vaak wat verschillen in hun doelen en focus, maar wél allemaal grotendeels anti-feministisch zijn.

In deze groepen wordt besproken wat mannelijkheid inhoudt, naast onderwerpen als gezondheid, games, politiek of financiën. Haatdragende retoriek wordt er gebagatelliseerd met behulp van memes en trolling (provoceren of pesten voor het plezier), en door dit alles te framen als zelfhulp, entertainment of handige tools voor financieel succes. Dit kan het voor ouders moeilijk maken om de extreme boodschappen waaraan hun jongens worden blootgesteld te herkennen, en voor de kinderen om die echt te bevatten.

De content uit de manosfeer wordt gepromoot door influencers op populaire sociale mediaplatforms. Zij tonen vaak onbereikbare rijkdom en status, en verkopen daarnaast de illusie dat volgers succes kunnen bereiken door hun ‘leer’ over te nemen.

De meest opvallende influencer in de manosfeer is Andrew Tate, die sinds 2022 veel bekendheid geniet. Naar hem en zijn broer Tristan loopt er momenteel in Roemenië een onderzoek op beschuldiging van verkrachting, mensenhandel en witwassen, en in het Verenigd Koninkrijk op beschuldiging van verkrachting en mensenhandel. Maar Tate is lang niet de enige influencer binnen de monosfeer.

In de afgelopen jaren zijn er een aantal geweldsincidenten geweest die in verband werden gebracht met posts in de manosfeer. De omvang van de effecten van zo’n content in de reële wereld is moeilijk te meten – en niet iedereen die al eens verblijft in de manosfeer gaat over tot geweld. Maar het is wel duidelijk dat deze gemeenschappen geweld kunnen bevorderen en schadelijke ideeën over vrouwen en meisjes kunnen verspreiden.

Het is echter belangrijk om op te merken dat deze inhoud ook schadelijk is voor mannen en jonge jongens zélf. De manosfeer promoot immers onrealistische verwachtingen en extreme regels die kunnen leiden tot een slecht gevoel van eigenwaarde, mentale gezondheidsproblemen en, in sommige gevallen, zelfmoord. De inhoud speelt in op kwetsbaarheden en onzekerheden van jongens en jonge mannen, vooral met betrekking tot eventueel sociaal isolement en seksuele afwijzing door vrouwen.

Desinformatie en pseudowetenschap

Veel van de inhoud die je terugvindt binnen de manosfeer is gebaseerd op desinformatie of pseudowetenschappelijke theorieën. Deze bieden een gemakkelijk kader voor mannen om hun status te beoordelen en te verbeteren, terwijl vrouwen en het feminisme als hét probleem worden afgeschilderd.

Neem bijvoorbeeld de ’80/20 regel’: die verwijst naar de pseudowetenschappelijke theorie dat 80 procent van de vrouwen zich aangetrokken voelt tot slechts de top 20 procent van de mannen. In de manosfeer wordt deze regel gebruikt om vrouwen de schuld te geven van het feit dat mannen lijden onder gevoelens van seksuele of romantische afwijzing.

Influencers en leden van de community promoten stap-voor-stap instructies die mensen kunnen volgen om hun sociale status te verbeteren. Veel van deze richtlijnen gaan over extreme, zelfs schadelijke lichamelijke ingrepen, een fenomeen dat bekend staat als “looksmaxxing”, waarbij ook gezichtschirurgie wordt genormaliseerd in een poging om hun seksuele ‘waarde’ te verhogen.

De manosfeer maakt ook gebruik van een uitgebreid lexicon dat wordt ingezet om haat tegen vrouwen aan te zwengelen en ook rivaliteit tussen mannen aan te wakkeren. Veelgebruikte termen zijn onder andere:

  • Rode pil: The Red Pill of TRP. De kernfilosofie van de manosfeer, afgeleid van the Matrix, ziet de rode pil als een ontwaken voor de onderdrukking van mannen door het feminisme. De blauwe pil staat voor onwetendheid en de zwarte pil, gebruikt door ‘incels’ (involuntary celibate of onvrijwillig celibatair) voor het aanvaarden van hun “terminale” status als celibatair.
  • Amog (alpha male of the group – alfamannetje van de groep), Alpha, Gamma, Omega, Sigma, Sub-5: deze termen categoriseren en vergelijken mannen en hun sociale status. Terwijl sigma- en alfamannetjes of Amogs worden beschouwd als de top van de hiërarchie, verwijzen de termen gamma, omega en sub-5 naar mannen met een lagere status.
  • White Knight, Soyboy: scheldwoorden. Beschrijven mannen die worden gezien als onderdanig aan vrouwen.
  • Awalt (All women are like that – Alle vrouwen zijn zo), Foid/Femoid (female humanoid – vrouwelijke mensachtige), Becky, Carousel: termen die worden gebruikt om vrouwen te denigreren en te ontmenselijken.

Ouders moeten niet in paniek schieten als ze hun kinderen dergelijk manosfeer-jargon horen gebruiken. Misschien begrijpen de kinderen die betekenis niet helemaal en zijn ze er onschuldig mee in aanraking gekomen.

Veranderingen in de manier waarop jongens over vrouwen en meisjes praten, zich terugtrekken van familie en vrienden en het veelvuldig gebruik van deze termen kunnen echter een aanwijzing zijn dat ze sterk onder invloed staan van de manosfeer.

Je kind steunen

De meeste jongeren zullen ooit wel eens in aanraking komen met inhoud uit de manosfeer. Uit een recent onderzoek bleek dat 59 procent van de jongens via onschuldige en ongerelateerde zoekopdrachten toegang kreeg tot inhoud uit dit netwerk. Dit betekent niet noodzakelijkerwijs dat ze de vrouwonvriendelijke waarden die door deze groepen worden verspreid, onderschrijven.

Hier zijn enkele stappen die je kunt nemen om je kind te ondersteunen.

1. Verken samen de online wereld

Onderzoek in opdracht van mediaregulator Ofcom toont dat kinderen eerder op schadelijke inhoud stuiten als hun ouders minder betrokken zijn bij wat ze doen. Door samen inhoud te bekijken die verband houdt met de hobby’s van je kinderen en hen inhoud te sturen waarvan je denkt dat ze die leuk vinden, kun je algoritmes trainen om gematigdere inhoud te promoten en een weg voor discussie openen.

Samen online exploreren met je kind kan een natuurlijke manier zijn om gesprekken te beginnen over waar ze aan worden blootgesteld. Het is belangrijk om niet meteen proberen in te grijpen of om kritiek te geven. Probeer te achterhalen en te begrijpen waarom ze graag naar bepaalde influencers of content kijken.

2. Stimuleer reflectie en mediawijsheid

Onderzoek suggereert dat kinderen aanleren om sceptisch te zijn over wat ze online zien, hen beschermt tegen misleidende boodschappen en desinformatie.

De meest voor de hand liggende desinformatie die ze kunnen tegenkomen in de manosfeer komt in de vorm van statistieken, beknopte samenvattingen van ‘academische rapporten’ en nieuws over vrouwelijke agressie of valse beschuldigingen van verkrachting. Ze kunnen ook misleidende inhoud tegenkomen in educatieve of praktische berichten over hoe ze hun uiterlijk kunnen pimpen en meer succesvol kunnen zijn.

Vraag je kinderen waarom ze bepaalde influencers vertrouwen en ook waar hun vrienden volgens hen hun informatie vandaan halen. Dit soort vragen kan hen helpen om hun eigen vaardigheden in fact-checking te ontwikkelen zonder dat het op een les lijkt.

3. Stel open vragen

Kinderen vragen welke websites ze zoal bekijken of welk jargon ze online gebruiken, vinden ze “cringe”. De beste manier om dit te omzeilen is door eenvoudige open vragen te stellen zoals “Hoe praten jongens in jouw klas over meisjes?” of “Heb je ooit gehoord van…?”.

Wat je te horen krijgt, kan schokkend zijn, maar benader het vooral met nieuwsgierigheid en zonder oordeel of afwijzing.

Als je je zorgen maakt over het (online) gedrag van je kind, kun je ook hulp inroepen bij overheidsinstanties zoals het Agentschap Opgroeien, de Opvoedingslijn of het CLB van de school van je kind.


Annabel Hoare is doctoraatsstudent Gender-Based Political Violence aan de Anglia Ruskin University.