Meer dan 350.000 mensen in Duitsland verlieten in het jaar 2021 de Rooms-Katholieke kerk, rond 280.000 de Protestantse kerk. Dat zijn recordcijfers, maar wel trieste records. Maar vallen deze mensen van hun geloof? Waren zij toch al niet meer gelovig of stappen zij na hun uittreden over naar een andere religie?
Tien jaar geleden verliet Sören Lang de Katholieke kerk aan het begin van zijn carrière. Op dat moment zag hij op de eerste loonstrook hoeveel kerkbelasting hij betaalde – ook al was hij niet meer geïnteresseerd in de kerk als instituut. Maar existentiële vragen en spirituele kwesties lieten hem nooit los, herinnert hij zich.
Na het uittreden – ex-Katholiek wordt Boeddhist
“Het begon tegen het einde van mijn studie, zegt Lang, toen ik mij meer met het Zenboeddhisme ging bezighouden. Dat sprak mij toen veel meer aan.” Eén ding sprak hem in het bijzonder aan in het Boeddhisme,” zoals hij het beschrijft: “dat het niet gaat om geloofsprincipes, maar om hulp bij het zoeken naar jezelf en de wereld in bredere zin.”
Tot op de dag van vandaag mediteert de voormalige Rooms-Katholiek dagelijks en heeft hij een nieuw spiritueel thuis gevonden in het Zenboeddhisme. De 34-jarige is echter een uitzondering met zijn verhaal, zegt Angela Ahrens van het Sociaal Wetenschappelijk Instituut van de Protestantse kerk in Duitsland (EKD). Er zijn immers maar heel weinig mensen die na het verlaten van de kerk een vervangende religie zoeken of een nieuwe spirituele oriëntatie.
Studie: Slechts weinigen vallen van hun geloof af
Ahrens publiceerde vorig jaar een onderzoek waarvoor 1.500 uitgetreden Katholieke en Protestantse kerkleden werden geïnterviewd, onder meer over hun heroriëntatie. “En het ging niet alleen om het aansluiten bij andere alternatieve religieuze gemeenschappen”, legt de onderzoekster uit. Er werd ook gevraagd naar de innerlijke betrokkenheid bij een andere religie. “En je moet echt zeggen dat het een verwaarloosbaar klein deel is voor wie dit geldt dat er echt een religieuze of waarneembare spirituele heroriëntatie plaatsvindt”, zegt Ahrens.
Individueel en ongebonden
Volgens de Duitse theoloog-socioloog Detlev Pollack zijn kerk en geloof voor veel mensen niet meer van groot belang. Het uittreden ligt dan ook voor de hand. Zeker bij jongeren die individueel en ongebonden zijn georiënteerd.
“Het is heel typerend dat mensen de vraag open laten of er een God is, of er een ultieme zin van het leven is, of er iets na de dood komt”, constateert Pollack. “In deze levenswijze, waar de ultieme levensvragen op het spel staan, heerst een zekere vaagheid.” Bepaalde ideologische antwoorden wil men niet uitsluiten, maar volgens Pollacks analyse wil men zich er ook niet aan vastklampen.
Zo’n voorbeeld is Magda Fackler. De 23-jarige studente politicologie was als kind actief in de Rooms-Katholieke kerk – als misdienette. Na het verlaten van de kerk wendde zij zich echter niet tot een nieuwe geloofsgemeenschap. In plaats daarvan is zij nu politiek betrokken bij de internationale anti-nucleaire beweging en een feministisch collectief.
Terugkijkend analyseert Fackler dat de kerk voor haar vooral een gemeenschap was, en ook een oriëntatie in de kinder- en pubertijd. “Maar deze gemeenschap en deze oriëntatie vind ik nu gewoon ergens anders”, vat de jonge vrouw samen. “En daar heb ik geen kerk voor nodig, ik kan beide nu vinden in andere vormen die veel beter bij mij passen.”
Magda Fackler zegt dat welke toewijding voor haar op dit moment zinvol is, steeds weer kan veranderen, het hangt ook af van waar je woont en je levenssituatie. Angela Ahrens van de Duitse protestantse kerk (EKD), die deze levenshouding omschrijft als “onreligieus gelukkig”, merkt op dat veel mensen zo over het leven denken. “Het ontbreekt de mensen aan niets.”
In de toekomst zullen de meeste mensen in de westerse wereld waarschijnlijk de grote levensvragen voor zichzelf beantwoorden – individueel en met of zonder geloof in God.