Werkloosheid blijft stijgen, consumentenvertrouwen blijft dalen

Leestijd: 3 minuten
Donderdag 20 februari 2025 -06:12 uur – Bron: Redactie Binnenland/CBS-Peter Hein van Mulligen- Beeld: MB
-Heerlen- In de eerste maand van 2025 waren er 386 duizend werklozen. Dat is 3,8 procent van de beroepsbevolking. Het percentage werklozen stijgt, met name onder jongeren. De toename van de werkloosheid kwam ook doordat meer mensen op zoek gingen naar werk en niet direct werk vonden. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers. UWV registreerde eind januari 189 duizend lopende WW-uitkeringen.
In de maanden november tot en met januari kwamen er gemiddeld per maand 3 duizend werklozen bij. Daarmee waren er in januari 2025 9,8 miljoen mensen met betaald werk. Daarnaast hadden 3,6 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar geen betaald werk. Naast de 386 duizend werklozen waren er 3,2 miljoen mensen die niet kort geleden naar werk hebben gezocht en/of daarvoor niet direct beschikbaar waren. Dit zijn vooral mensen die met pensioen zijn, of niet kunnen werken door ziekte of arbeidsongeschiktheid. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Het aantal mensen buiten de beroepsbevolking nam gemiddeld over de afgelopen drie maanden met 17 duizend per maand af.

Jeugdwerkloosheid verder toegenomen

De werkloosheid nam in januari in alle leeftijdsgroepen toe, maar het meest onder jongeren. Het werkloosheidspercentage onder 15- tot 25-jarigen steeg van 8,7 naar 8,9. De jeugdwerkloosheid neemt al langere tijd toe, maar is nog steeds relatief laag in vergelijking met eerdere jaren. Het percentage jongeren met betaald werk nam sinds 2021 ook toe, maar is in 2024 voor het eerst weer licht afgenomen.

In 2024 had 77,7 procent van de jongeren betaald werk, een jaar eerder was dit 77,9 procent. Onder de jongeren die geen onderwijs volgen, daalde de nettoarbeidsparticipatie ook al in 2022 en 2023. Het aantal niet-onderwijsvolgende jongeren zonder werk nam toe, van 99 duizend in 2021 naar 126 duizend in 2024. Dat meldt het CBS op basis van de Enquête beroepsbevolking (EBB) in het kader van de Landelijke Jeugdmonitor.
Na jaren van stijging is het percentage werkende jongeren, de nettoarbeidsparticipatie, in 2024 afgenomen naar 77,7 procent. De arbeidsparticipatie onder jongeren is nog steeds hoog in vergelijking met 2014 (69,0 procent). Sindsdien steeg ieder jaar het percentage werkende jongeren, met uitzondering van het eerste jaar van de coronapandemie. Onder de jongeren die geen onderwijs volgen daalde de arbeidsparticipatie ook al licht in 2022 en 2023. Bij de onderwijsvolgenden was er voor het eerst in 2024 een lichte daling, van 74,0 naar 73,8 procent.

Toename werkloze jongeren die geen onderwijs volgen

Het aantal niet-onderwijsvolgende jongeren zonder betaald werk neemt sinds 2021 toe. Een deel van deze groep jongeren zijn werklozen, zij zijn op zoek naar werk en beschikbaar op korte termijn. Dit waren er 50 duizend in 2024, terwijl dit er in 2021 nog 37 duizend waren. De groep die niet naar werk zoekt en/of niet beschikbaar is bestond in 2024 uit 76 duizend jongeren, 13 duizend meer dan in 2021. Die toename bestond voornamelijk uit jongeren die zich vanwege ziekte niet aanbieden op de arbeidsmarkt.

Vertrouwen consumenten glijdt verder weg

De stemming onder consumenten was in februari voor de vijfde maand op rij negatiever dan een maand eerder, meldt het CBS. Het consumentenvertrouwen kwam in februari uit op -32. In januari was dat -28. Zowel het oordeel over het economisch klimaat als de koopbereidheid verslechterde. Het herstel van het consumentenvertrouwen na het absolute dieptepunt in oktober 2022 stokte in de loop van 2024.

Met -32 lag het consumentenvertrouwen in februari onder het gemiddelde over de afgelopen twintig jaar (-10). Het vertrouwen bereikte in januari 2000 de hoogste stand ooit (36) en in september en oktober 2022 de laagste stand ooit (-59). Het CBS meet het consumentenvertrouwen elke maand sinds april 1986 op basis van het consumentenconjunctuuronderzoek. Het consumentenvertrouwen is een gemiddelde van 5 deelvragen, waarbij van elke vraag het saldo van positieve en negatieve antwoorden wordt genomen. Als alle consumenten positief zijn, is het saldo 100. Als alle consumenten negatief zijn, is het saldo -100.

Consumenten negatiever over economisch klimaat

Consumenten waren in februari negatiever over de economie dan in januari. De deelindicator economisch klimaat kwam uit op -54, tegen -50 in januari. Zowel het oordeel van consumenten over de economische situatie in de afgelopen twaalf maanden als het oordeel over de economische situatie in de komende twaalf maanden verslechterde.

Ook koopbereidheid negatiever

De koopbereidheid kwam in februari uit op -17, tegen -14 in januari. Zowel het oordeel over de financiële situatie in de afgelopen twaalf maanden als het oordeel over de financiële situatie in de komende twaalf maanden verslechterde. Ook vonden consumenten de tijd voor het doen van grote aankopen ongunstiger dan in januari.