Wij kopen minder, maar aantal winkels groeit

Leestijd: 4 minuten

Wonderlijk verschijnsel: Werkloosheid blijft stijgen, wij kopen minder en aantal winkels neemt toe

Dinsdag 30 april 2024 ~ 10:59 uur ~ Bron: Redactie Binnenland/CBS-Peter Hein van Mulligen-Marjolein Jaarsma ~ Beeld: EMB
[responsivevoice_button voice=”Dutch Female” buttontext=”Lees voor”]

 -Heerlen- Op 1 januari 2024 telde Nederland ruim 83 duizend fysieke winkels. Dat zijn er 1,1 duizend meer dan vorig jaar. Hiermee wordt de dalende trend van het afgelopen decennium onderbroken. Het aantal doe-het-zelfwinkels steeg het meest, het aantal tuincentra, bloemen- en dierenwinkels daalde het sterkst. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS.

Dankzij een lichte stijging van 1,3 procent waren er aan het begin van 2024 weer bijna evenveel fysieke winkels als begin 2022. Na een dalende trend sinds 2010, was er afgelopen jaar weer een lichte stijging. Ondanks deze stijging was het aantal winkels aan het begin van dit jaar (83,2 duizend) nog niet terug op het niveau van voor de coronapandemie, in januari 2020 (ruim 84,1 duizend).Net als in voorgaande jaren is het aantal webwinkels gestegen. Er waren op 1 januari 2024 ruim 95 duizend webwinkels in Nederland.

Kledingwinkels de grootste groep

In de winkelstraten komen kledingwinkels het meest voor, goed voor ruim 16 procent van alle winkels op 1 januari 2024. Dit aandeel is gelijk gebleven. Er zijn nu ruim 13 duizend kledingwinkels in Nederland. Het aantal supermarkten (6,7 duizend) is door een toename van 2,4 procent boven het aantal winkels in overige huishoudartikelen (6,4 duizend) uitgestegen.

Vooral meer boekenwinkels en doe-het-zelfzaken

Waar in 2021 het aantal boekenwinkels nog het hardst daalde (-8,1 procent) zijn, na een lichte stijging in 2022, boekhandels in 2023 relatief het sterkst gestegen (12,9 procent). Dit resulteerde in bijna 660 boekenwinkels op 1 januari 2024. Absoluut gezien steeg het aantal winkels in doe-het-zelfartikelen het meest; 310 winkels meer dan een jaar eerder. Winkels in wit- en bruingoed (-3,3 procent) en audio- en video-opnamen (-2 procent) verdwenen relatief het meest in 2023, maar een stuk minder sterk dan het jaar daarvoor toen beide met circa 7,5 procent afnamen. Absoluut gezien daalde het aantal bloemenwinkels, dierenwinkels en tuincentra het sterkst.

Twee derde van gemeenten ziet aantal winkels stijgen

In twee derde van de gemeenten nam het aantal winkels toe. In de gemeente Oostzaan steeg het aantal winkels relatief het sterkst, met 20 procent ten opzichte van 1 januari 2023. Een van de sterkste dalers was buurgemeente Wormerland (-10,3 procent). Op de Waddeneilanden nam het totaal aantal winkels toe met 5,1 procent. Alleen Vlieland steeg niet mee met zijn eilandburen, daar nam het aantal fysieke winkels juist af met 11,1 procent.

In zestien van de twintig gemeenten met de meeste inwoners groeide het aantal winkels. De grootste stijger is de gemeente Haarlemmermeer waar het aantal winkels met 7,5 procent toenam ten opzichte van een jaar eerder. In de gemeenten Apeldoorn, Eindhoven, Haarlem en Arnhem daalde het aanbod, maar was deze afname relatief klein (tussen de 0 en -1 procent).

Zeeland kent grootste stijging per inwoner

In alle provincies nam het aantal inwoners per 1 januari 2024 toe ten opzichte van een jaar eerder. Het aantal fysieke winkels steeg niet overal even hard mee. In Zeeland, waar de toename van het inwonertal het kleinst was, steeg het aantal winkels per hoofd het hardst (2,5 procent). In Utrecht, Fryslân en Noord-Brabant daalde het aantal te bezoeken winkels per inwoner tussen de -0,2 en -0,9 procent.

Economisch beeld verslechtert opnieuw

Het conjunctuurbeeld volgens de Conjunctuurklok van het CBS was in april negatiever dan in maart, meldt het CBS. In de Conjunctuurklok van april presteerden 10 van de 13 indicatoren slechter dan hun langjarige trend.
De conjunctuurklok is een hulpmiddel voor het bepalen van de stand en het verloop van de Nederlandse conjunctuur. In de Conjunctuurklok komt vrijwel alle belangrijke economische informatie samen die het CBS tijdens de afgelopen maand c.q. het afgelopen kwartaal heeft gepubliceerd. Het conjunctuurbeeld volgens de Conjunctuurklok betreft een macro-economisch beeld en het gaat niet in gelijke mate op voor alle huishoudens, bedrijven of regio’s.

Consumptie huishoudens, export en investeringen krimpen

In februari 2024 hebben huishoudens 0,3 procent minder goederen en diensten aangeschaft dan in februari 2023 (voor prijsveranderingen en koopdagpatroon gecorrigeerd). Ze kochten minder goederen, maar iets meer diensten.

Het volume (werkdaggecorrigeerd) van de goederenexport was in februari 3,6 procent kleiner dan in februari 2023. Vooral de uitvoer van aardolieproducten, machines, transportmiddelen en voedings- en genotmiddelen was lager dan een jaar eerder.

In februari 2024 was het volume van de investeringen in materiële vaste activa 2,8 procent kleiner dan een jaar eerder. Dat komt vooral doordat er minder is geïnvesteerd in gebouwen en machines. In personenauto’s is echter meer geïnvesteerd.

Productie industrie ruim 2 procent lager in februari

De kalendergecorrigeerde productie van de Nederlandse industrie was in februari 2,3 procent lager dan in februari 2023. Ook in de voorgaande zeven maanden kromp de productie op jaarbasis. Voor seizoen- en kalendereffecten gecorrigeerd steeg de productie in februari met 1,4 procent ten opzichte van januari.

Iets minder faillissementen in maart

In maart zijn, voor zittingsdagen gecorrigeerd, 8 bedrijven minder failliet verklaard dan in februari. Dat is een daling van 2 procent. De onderliggende trend van het aantal faillissementen is echter bijna 2 jaar stijgend. In de eerste drie maanden van 2024 zijn ruim 46 procent meer bedrijven failliet verklaard dan in dezelfde periode een jaar eerder.

Prijzen koopwoningen ruim 5 procent hoger in maart

In maart 2024 waren de prijzen van bestaande koopwoningen gemiddeld 5,4 procent hoger dan in maart 2023. Ten opzichte van februari 2024 stegen de prijzen in maart met 0,7 procent.

Minder vacatures, meer gewerkte uren en werklozen

Werknemers en zelfstandigen werkten in het vierde kwartaal van 2023 in totaal ruim 3,6 miljard uur. Dat is, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden, 0,1 procent meer dan een kwartaal eerder.

In maart waren 371 duizend mensen werkloos. De werkloosheid nam in de afgelopen drie maanden licht toe, met gemiddeld 3 duizend mensen per maand. Het werkloosheidspercentage, het aantal werklozen afgezet tegen de beroepsbevolking, kwam uit op 3,6.

Het aantal vacatures blijft dalen, nu al zes kwartalen achtereen. Eind december stonden er 410 duizend vacatures open, 5 duizend minder dan aan het einde van het derde kwartaal.

De omzet van uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling steeg in het vierde kwartaal 2023 met 0,9 procent in vergelijking met een kwartaal eerder.