Behalve met vergrijzing kampte het koor ook met de gevolgen van corona, zo bleek afgelopen augustus. Toen vertelde secretaris Theo van Goor uit Purmerend dat twee leden hun lidmaatschap definitief op hadden gezegd, drie andere leden wilden niet komen zolang er nog corona was. Er ontstond vooral een nijpend tekort aan tenoren.
Van alles werd geprobeerd om het hoofd boven water te houden. Zo werd een kennismakingsprogramma gelanceerd om nieuwe leden aan te trekken. Beginnersangst is er vaak om Slavische liederen te zingen. Met de Russische dirigent Sergé Latychev konden geïnteresseerden daarom eerst oefenen met de taal en de uitspraak. Er diende zich welgeteld één persoon aan die kon zingen maar daarmee kun je het koor niet redden. Men stevende af op een koor met nog maar dertien leden in 2021, te weinig voor een koor met vier partijen. Alsof de catastrofe nog niet groot genoeg was moest er ook nog gezocht worden naar een nieuwe oefenruimte omdat de gemeente het repetitiegebouw aan de Westzijde dat het koor mocht gebruiken, gaat verkopen. Een cumulatie van problemen zorgt nu voor opheffing van het koor.
Van Goor vindt het jammer, maar: ,,Ik kijk terug op een mooie tijd.’’ Vooral het laatste optreden in februari in Middenbeemster vond hij bijzonder geslaagd. Hij zal zich niet meer aansluiten bij een nieuwe zanggroep. ,,Ik ben bijna 80 jaar, het is mooi geweest.’’
Het Noord-Hollands Byzantijns Mannenkoor werd opgericht in 1993. De groep maakte in het verleden concertreizen naar onder andere Moskou, de Krim en Sint-Petersburg. Met de leden en de gemeente wil men volgende week overleggen over de opheffing en de verdeling van de inventaris. En zo verdwijnt het ene na het andere koor uit ons land. Koormuziek is uit, oubollig. Jammer, het is de tijdgeest.