Geestelijken wilden dicht bij hun Parochianen zijn
[responsivevoice_button voice=”Dutch Female” buttontext=”Lees voor”]-ROME/BERGAMO- (KNA) Zes Priesters uit de stad Bergamo in Noord-Italië zijn vorige week overleden aan de gevolgen van het Coronavirus. Nog eens 14 priesters uit de stad worden behandeld in een ziekenhuis.
Het Bisdom Bergamo heeft veel Priesters en een groot aantal heeft zich aan het virus blootgesteld om dicht bij hun Parochianen te zijn, zo zei de Bisschop van het Bisdom, Francesco Beschi, in een tv-interview. ‘Uw ziekte is een duidelijk teken van nabijheid, een pijnlijk teken van nabijheid en voor het delen van lijden.’ Niemand wordt uitgesloten van dit “extreem pijnlijke proces”, zo Beschi.
Zoals het Bisdom maandag aankondigde , heeft de Bisschop vanwege de crisis 50 eenpersoonskamers in het seminarie in Bergamo aangeboden, om niet, voor de medische staf, zodat zij menswaardig kunnen uitrusten van de ‘heroïsche inspanningen’. Artsen en verpleegkundigen mogen vanwege de werkdruk en een hoog infectierisico niet naar huis gaan.
Meer dan 27.000 geïnfecteerden en 2.000 doden
Bergamo ligt in Lombardije, de regio welke het meest wordt getroffen door het Coronavirus in Italië. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zijn dinsdag meer dan 27.000 mensen besmet met het coronavirus en zijn er al meer dan 2.000 mensen aan overleden .
In het Bisdom van Cremona in de buurt van Milaan stierf in het voorbije weekeinde een Priester, aan de gevolgen van een Corona-infectie. Een 88-jarige Kloosterzuster van de Zusters van Barmhartigheid stierf ook, nadat zij en 24 andere leden van haar Orde bij Milaan waren geëvacueerd en vorige week in een helikopter naar een ziekenhuis waren overgebracht.
De Paus riep vorige week alle Priesters op om de getroffenen te helpen. ‘Laten wij ook tot de Heer bidden voor onze Priesters: mogen zij de moed hebben om naar buiten te gaan en de zieken te bezoeken, hen de kracht van het Evangelie en de Eucharistie te brengen en de helpers en vrijwilligers bij hun werk te vergezellen’, zei hij in de Ochtendmis in de Kapel van het Vaticaanse gastenhuis Santa Marta.
