In 2019 verhuisden ruim 36 duizend mensen tussen 60 en 70 jaar naar een andere gemeente. Deze mensen laten met hun verhuispatronen een voorkeur zien voor meer landelijke omgevingen. In Drenthe kwamen er door verhuizingen per saldo bijna 500 zestigers bij. Dat zijn 7 per duizend zestigers in de bevolking. Ook in de Achterhoek, de Veluwe en Zeeland vestigden zich relatief veel zestigers. De Randstad daarentegen raakt zestigers kwijt door verhuizen. Uit Amsterdam en omgeving vertrokken in 2019 per saldo de meeste, 7 per duizend.
Meer verhuizingen vlak na pensioen
Zestigers zijn honkvast. In 2019 verhuisde 4 procent van de 60- tot 70-jarigen, van wie iets minder dan de helft naar een andere gemeente. Minder dan een kwart procent van de zestigers emigreerde naar het buitenland. De verhuismobiliteit is tussen de 60- en 75-jarige leeftijd het laagst. Vooral twintigers verhuizen vaak naar een andere gemeente. Vanaf 30-jarige leeftijd verhuizen mensen steeds minder. Vanaf 80-jarige leeftijd verhuizen mensen weer vaker, vooral over gemeentegrenzen. Dit betreft voor een belangrijk deel verhuizingen naar instellingen.
Als zestigers stoppen met werken en de noodzaak vervalt om dicht bij het werk te wonen, is dit wel een aanleiding om naar een andere regio te verhuizen. Van alle zestigers die in 2016 stopten met werken verhuisde 1 procent over een afstand van 25 kilometer of meer. Dat is 2,5 keer zo vaak als leeftijdsgenoten die dat jaar nog betaald werk verrichtten. In de jaren na pensionering neemt de verhuismobiliteit weer af. Zestigers die enkele jaren geleden zijn gestopt met werken verhuizen vaker over lange afstand dan leeftijdsgenoten die al langer geen betaald werk meer hebben, maar minder vaak dan degenen die recent zijn gestopt.
Pensioenmigranten betrekkelijk welvarend
De zestigers die over langere afstand verhuizen zijn gemiddeld welvarender dan de zittende bevolking. Van de zestigers die in 2016 over een afstand van 25 kilometer of meer verhuisden behoorde 24 procent tot de meest welvarende 20 procent, 17 procent tot de 20 procent minst welvarende. Minder welvarende zestigers verhuizen vaker over korte afstand.
Van de drie provincies die per saldo de meeste zestigers aantrekken heeft Drenthe de minst welvarende instroom. Van de nieuwkomers in Drenthe behoort 21 procent tot het hoogste inkomenskwintiel. In Gelderland en Zeeland is dat 28 procent. Ook in Limburg en Overijssel valt op dat de nieuwkomers aanzienlijk vaker tot de meest welvarende groep behoren dan de mensen die al in die provincies wonen. Flevoland trekt naar verhouding weinig zestigers aan en het doorsnee welvaartsniveau van de zestigers die ernaartoe verhuizen ligt relatief laag.