Zondag vraagt de kerk aandacht voor Werelddag van de armen

Leestijd: 2 minuten
“De armen hebt u altijd bij u”
[su_heading size=”11″ margin=”30″]Zaterdag 13 november 2021 07:00 – Bron: Redactie kerk/Aartsbisdom- Beeld: YT[/su_heading]
 -Utrecht- Armoede is het resultaat van het egoïsme van mensen en niet ‘het lot’ of de schuld van de armen zelf. Dat schrijft Paus Franciscus in zijn boodschap voor de Werelddag van de Armen, die komende zondag (14 november) wordt gehouden. Vrijdagmorgen was er in Assisi een gebedsviering met de Heilige Vader en mensen die in een armoedesituatie leven.

In zijn boodschap voor deze zondag schrijft Paus Franciscus: “Tenzij wij ervoor kiezen om arm te worden in vergankelijke rijkdom, wereldse macht en ijdelheid, zullen wij nooit in staat zijn om ons leven in liefde te geven; wij zullen een gefragmenteerd bestaan ​​leiden, vol goede bedoelingen maar niet in staat om de wereld te transformeren.” Hij schrijft verder: “Wij kunnen niet wachten tot de armen op onze deur kloppen; wij moeten hen dringend bereiken in hun huizen, in ziekenhuizen en verpleeghuizen, op straat en in de donkere hoeken waar zij zich soms verstoppen, in opvanghuizen en ontvangstcentra.”  

 

[su_quote]Jezus kiest altijd de kant van de armen en Hij deelt hun lot[/su_quote]

Vijf jaar geleden – tijdens het Jaar van Barmhartigheid – heeft Paus Franciscus de een-na-laatste zondag van het kerkelijk jaar uitgeroepen tot jaarlijks terugkerende dag van de armen. De Paus hoopt dat deze dag parochies helpt om meer te doen voor hun arme medemens. Het thema van de werelddag luidt dit jaar: “De armen hebt u altijd bij u.”

“Wij moeten ons resoluut openstellen voor de genade van Christus, die ons getuigen kan maken van zijn grenzeloze naastenliefde en de geloofwaardigheid van onze aanwezigheid in de wereld kan herstellen”, schrijft de Paus in zijn boodschap voor deze dag. “Mensen mogen nooit onverschillig worden, wetende dat er altijd armoede zal zijn in de wereld en onder hun naasten. Jezus kiest altijd de kant van de armen en Hij deelt hun lot.”